Rijbewijs ingevorderd na gevaarlijk rijgedrag
Bij gevaarlijk rijgedrag kan het rijbewijs worden ingevorderd. Het rijbewijs mag op grond van artikel 164 lid 3 WVW worden ingevorderd wanneer door de overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht.
Veiligheid op de weg ernstig in gevaar
Het rijbewijs kan worden ingevorderd wanneer door de overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht. De vraag is hierbij altijd of het verkeersgedrag van de verdachte echt zodanig was dat de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht.
Er bestaat nauwelijks jurisprudentie over dit onderwerp. Voor wat betreft de vraag of de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht, kan aansluiting gevonden worden bij artikel 5 WVW, welk artikel het veroorzaken van gevaar op de weg strafbaar stelt, maar wat ons betreft moeten er nog zwaardere eisen worden gesteld aan het gevaar bij invordering van het rijbewijs nu artikel 164 lid 3 WVW eist dat het gaat om ernstig gevaar voor de veiligheid op de weg.
Beslissing officier van justitie
Nadat uw rijbewijs door de politie is ingevorderd, zal deze het rijbewijs doorsturen naar het CVOM te Utrecht. De officier van justitie bij het CVOM zal binnen 10 dagen, te rekenen vanaf het tijdstip van invordering, beslissen wat er met uw rijbewijs gebeurd.
Hierover bepaalt artikel 164 lid 6 het volgende:
" Indien de officier van justitie binnen tien dagen na de dag van invordering niet gebruik maakt van de in het vierde lid bedoelde bevoegdheid, geeft hij de ingevorderde bewijzen onverwijld terug aan de houder. Teruggave vindt eveneens plaats, indien ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de houder in geval van veroordeling door de rechter dan wel uitvaardiging van een strafbeschikking geen onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen zal worden opgelegd, dan wel geen onvoorwaardelijke ontzegging van langere duur dan de tijd gedurende welke de bewijzen zijn ingevorderd of ingehouden geweest. Teruggave vindt ten slotte plaats indien het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet binnen zes maanden na de dag van invordering is aangevangen, dan wel binnen die termijn geen strafbeschikking is uitgevaardigd. Het rijbewijs wordt niet aan betrokkene teruggegeven, indien het een rijbewijs betreft waarvan ingevolge een der artikelen 130, tweede lid of 164 de overgifte is gevorderd,"
Er zijn dus 3 mogelijkheden:
- Het rijbewijs wordt aan u teruggegeven
- Het rijbewijs wordt voor een aantal maanden ingehouden
- Het rijbewijs wordt doorgestuurd naar het CBR
Teruggave rijbewijs
De officier van justitie zal het verkeersgedrag beoordelen op grond van het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten, en de verklaring van de verdachte, en eventuele overige getuigen. Wanneer niet gezegd kan worden dat de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht, zal de officier van justitie het rijbewijs teruggeven.
Een brief sturen aan de officier van justitie kan diens beslissing mogelijk wel beïnvloeden, met name wanneer u de juiste argumenten aanvoert die in de belangenafweging moeten worden betrokken.
De afweging of tot inhouding van het rijbewijs wordt overgegaan, zal met name afhankelijk zijn van het rijgedrag, uw persoonlijke omstandigheden, de eventuele recidive, en de overige omstandigheden van het geval.
Inhouding rijbewijs
Wanneer de officier van justitie van oordeel is dat de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht, zal hij besluiten tot inhouding van het rijbewijs.
In alle gevallen geldt echter dat de officier van justitie het rijbewijs voor maximaal 6 maanden mag inhouden, ongeacht het aantal maanden dat in de bovenvermelde tabel staat vermeld. Artikel 164 lid 6 WVW bepaalt namelijk dat het rijbewijs ook moet worden teruggegeven wanneer er binnen 6 maanden nog steeds geen zitting bij de politierechter heeft plaatsgevonden, of nog geen officierszitting is geweest waarbij een strafbeschikking is uitgereikt.
Doorsturen rijbewijs naar CBR
De officier van justitie kan ook besluiten om het ingevorderde rijbewijs door te sturen naar het CBR. Dat gebeurt wanneer het CBR de overgifte van het rijbewijs heeft gevorderd. In artikel 5 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 zijn de gevallen genoemd waarin het CBR overgifte van het rijbewijs kan vorderen. Voor wat betreft het ernstig in gevaar brengen van de veiligheid gaat het om de volgende gevallen:
- b. betrokkene heeft een poging tot zelfdoding met een motorrijtuig ondernomen;
- d. betrokkene heeft met een motorrijtuig tegen de rijrichting in gereden (spookrijden);
- g. betrokkene is niet in staat het motorrijtuig in bedwang te houden;
- i. betrokkene is bewust ingereden op een andere weggebruiker;
Klaagschrift indienen
Indien de officier van justitie besluit tot inhouding van het rijbewijs, kunt u tegen deze beslissing op grond van artikel 164 lid 8 WVW een klaagschrift indienen bij de rechtbank in het arrondissement waarin uw rijbewijs is ingevorderd. Het klaagschrift dient ter griffie van de rechtbank worden ingediend.
In het klaagschrift vermeldt u de redenen waarom het rijbewijs aan u moet worden teruggegeven. Binnen enkele weken na de indiening van het klaagschrift zult u een oproeping ontvangen voor een zitting bij de raadkamer van de rechtbank. De rechter zal op die zitting beslissen of u uw rijbewijs terug krijgt of niet.
> Meer informatie indienen klaagschrift / bezwaarschrift
EMG of onderzoek naar de rijvaardigheid
Naast het strafrechtelijke traject, kunt u bij het ernstig in gevaar brengen van de veiligheid op de weg ook te maken met een bestuursrechtelijke traject bij het CBR. De politie zal na uw aanhouding een mededeling doen bij het CBR. Vervolgens komt u in de vorderingsprocedure van het CBR terecht, waarbij het CBR op basis van het rijgedrag kan besluiten tot oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer of een onderzoek naar de rijvaardigheid.