Verdenking rijden onder invloed, maar alcoholgehalte kan niet kloppen
Geplaatst op: 02 september 2020Wordt u verdacht van rijden onder invloed, maar kan het alcoholgehalte volgens u niet kloppen omdat u niets heeft gedronken? Of heeft u wel alcohol gedronken, maar niet zo veel? Dan is het goed om te laten uitzoeken wat de oorzaak hiervan kan zijn. Bij een hoog alcoholgehalte staat u namelijk naast een langdurige rijontzegging en een hoge geldboete ook vaak een onderzoek naar de rijgeschiktheid bij het CBR te wachten en dat hakt er behoorlijk in. Het is daarom belangrijk om dit goed te laten onderzoeken door een gespecialiseerde advocaat.
Lees meer >
Ongeval is niet automatisch reden voor bloedonderzoek
Geplaatst op: 12 september 2019De betrokkenheid bij een ongeval levert niet automatisch ook een reden op om iemands bloed af te nemen. Dat volgt uit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2019, 13171903-18.
Lees meer >
Vangnet rijden onder invloed: dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
Geplaatst op: 11 februari 2019Wanneer niet tot een veroordeling kan worden gekomen van art. 8 lid 2 of lid 3 WVW, kan de OvJ artikel 8 lid 1 WVW ten laste leggen. Artikel 8 lid 1 WVW bepaalt:
“Het is een ieder verboden een voertuig te besturen of als bestuurder te doen besturen, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.”
Dit wordt thans gebruikt door de officier als een soort vangnet, wanneer het alcoholgehalte of de drugsgehalte zelf niet kan worden bevestigd.
Lees meer >
Lagere straf vanwege recidiveregeling alcohol
Geplaatst op: 20 september 2018Het gaat in de onderhavige zaak naar de kern genomen om het antwoord op de vraag of het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging van een verdachte ter zake van een gedraging – in dit geval het rijden onder invloed van alcohol – indien op voorhand vaststaat dat als gevolg van een eventuele strafrechtelijke veroordeling ter zake van deze gedraging op grond van art. 123b WVW het rijbewijs van verdachte van rechtswege zijn geldigheid verliest. Aangezien art. 68 Wetboek van Strafrecht op het onderhavige geval niet van toepassing is, heeft de verdediging een beroep gedaan op het aan deze wettelijke bepaling ten grondslag liggende beginsel dat iemand niet twee maal kan worden vervolgd en bestraft voor het begaan van hetzelfde feit. Het verzoek tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging zal daarom in de sleutel van dit ne bis in idem-beginsel worden beoordeeld, in welk verband de toepassing van art. 123b WVW als een op zichzelf staande rechtshandeling wordt beschouwd, in het bijzonder als de intrekking van een vergunning. Uiteindelijk verklaart het gerechtshof het OM niet niet-ontvankelijk, maar wordt er wel in grote mate in de strafmaat rekening gehouden met deze verstrekkende gevolgen van de recidiveregeling alcohol. Aan de verdachte wordt slechts een geheel voorwaardelijke rijontzegging en een voorwaardelijke geldboete opgelegd (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 30 maart 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1464). De Hoge Raad heeft dit inmiddels bevestigd in HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2350.
Lees meer >
Termijnoverschrijding bij bloedonderzoek artikel 8 WVW – 14 dagen termijn overschreden
Geplaatst op: 18 september 2018In het kader van het bloedonderzoek gelden bepaalde termijnen waaraan politie en justitie gebonden zijn:
- Het NFI moet het bloedonderzoek binnen 14 dagen na ontvangst van de bloedmonsters verrichten (artikel 16 lid 1 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer);
- De politie moet vervolgens binnen een week na ontvangst van de uitslag van het NFI hiervan mededeling doen aan de verdachte (artikel 17 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen).
[overigens moet het bloedonderzoek zelf plaatsvinden binnen 1,5 uur na het eerste contact; artikel 12 lid 3 van het Besluit]