Onbekend gebleven bestuurder – art. 165 WVW bij misdrijven
Het komt nog wel eens voor dat de bestuurder voor de politie onbekend is gebleven. Dit speelt bijvoorbeeld in zaken van:
Onbekend gebleven bestuurder
Een onbekend gebleven bestuurder is iemand die een misdrijf met een motorrijtuig heeft begaan en van wie de politie de identiteit niet weet. De politie heeft dan enkel de beschikking over het kenteken van het motorrijtuig, bijvoorbeeld omdat de politie niet in staat is geweest om de bestuurder staande te houden of dat de bestuurder de plaats van het verkeersongeval heeft verlaten.
Onbekend gebleven bestuurder in de wet
Op grond van artikel 165 WVW kan de kentekenhouder van een motorrijtuig verplicht worden om de identiteit van de bestuurder bekend te maken. Doet de kentekenhouder dat niet, dan is hij zelf aansprakelijk voor het met het motorrijtuig gepleegde misdrijf. In artikel 165 WVW is hierover het volgende bepaald:
Artikel 165 WVW [Aansprakelijkheid voor misdrijven van onbekend gebleven bestuurders]
1. Indien een bij deze wet als misdrijf strafbaar gesteld feit wordt begaan door een bij de ontdekking van het feit onbekend gebleven bestuurder van een motorrijtuig, is de eigenaar of houder van dat motorrijtuig verplicht op vordering van een der in artikel 159 bedoelde personen binnen een daarbij te stellen termijn, die ten minste achtenveertig uren bedraagt, de naam en het volledige adres van de bestuurder bekend te maken.
2. Het eerste lid geldt niet, indien de eigenaar of houder niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
Procedure onbekend gebleven bestuurder
Indien een misdrijf is gepleegd door een onbekend gebleven bestuurder zal de politie op grond van artikel 165 WVW een brief aan de kentekenhouder van het motorrijtuig sturen met de vordering om de identiteit van de bestuurder door te geven. U krijgt dan een standaardformulier waarop u
1. moet aangeven of u de bestuurder was op de datum van het misdrijf
2. en als u niet de bestuurder was, moet u de personalia en de adresgegevens opgeven van de bestuurder
U krijgt hiervoor een vaste termijn van minimaal 48 uur.
Aansprakelijkheid bij weigering
Indien u weigert om de identiteit van de onbekend gebleven bestuurder door te geven of wanneer u de identiteit niet kent, zult u hiervoor bestraft worden. Schending van de informatieverplichting kan worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden en/of een geldboete van de tweede categorie (art. 177 lid 1 WVW '94).
Indien de identiteit van de bestuurder later wel bekend wordt (anders dan door toedoen van de eigenaar/houder van het motorrijtuig) bestaat in theorie de mogelijkheid van vervolging van zowel de werkelijke bestuurder als de eigenaar/houder.
Geen verplichting medewerking bij verhoor
De kentekenhouder die als verdachte van een verkeersmisdrijf is aangemerkt (namelijk als verdachte is gehoord) is niet verplicht is aan de vordering van art. 41 WVW (lees: art. 165 WVW 1994) gevolg te geven (HR 26 oktober 1993, NJ 1994, 629).
De vordering is immers aan een verdachte gericht en die is gezien art. 29 WvSv niet verplicht antwoord te geven op de vordering de naam van de bestuurder bekend te maken. Gezien dit arrest dient de politie dus eerst de vordering van art. 165 WVW 1994 aan de kentekenhouder te doen, alvorens de kentekenhouder te verhoren als verdachte van een verkeersmisdrijf.