Bijzondere geneeskundige redenen voor niet kunnen blazen bij alcoholonderzoek
Artikel 163, derde lid, van de Wvw 1994 bepaalt dat de verplichting medewerking te verlenen aan een ademonderzoek niet geldt voor verdachten van wie aannemelijk is, dat het verlenen van medewerking aan een ademonderzoek voor hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. Volgens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling (Kamerstukken II 1985/86, 19 285, nr. 3, blz. 7-8) zal een opsporingsambtenaar, indien de verdachte zich voor de weigering op medische redenen beroept, een arts moeten inschakelen, tenzij het beroep hem aanstonds ongerechtvaardigd voorkomt.
Daarvan kan sprake zijn bij:
- astmatische bronchitis,
- specifieke spieraandoeningen,
- gezichtsletsel
- COPD
- Opgelopen letsel en onderzoek in het ziekenhuis (HR 14 maart 2016, NJ 2006, 207).
Wanneer een verdachte een beroep doet op een bijzondere geneeskundige reden moet dat door hem aan de opsporingsambtenaar op niet voor misverstand vatbare wijze kenbaar worden gemaakt (HR 17 augustus 2004, NJ 2004, 550).
Of terecht een beroep is gedaan op een bijzondere geneeskundige reden moet in beginsel worden beoordeeld door een arts, tenzij het beroep de opsporingsambtenaar aanstonds ongerechtvaardigd voorkomt (HR 6 april 1999, NJ 1999, 452).
Vervolgstappen bij bijzondere geneeskundige redenen
Wanneer een verdachte vanwege bijzondere geneeskundige redenen niet in staat is om mee te werken aan de ademanalyse, zal een bloedonderzoek moeten volgen. De politie zal dan een arts moeten oproepen om bloed af te nemen met de verdachte voor nader onderzoek. Het bloed zal dan naar het NFI worden gestuurd.
Weigering bij niet aannemen bijzondere geneeskundige redenen
Alleen wanneer de opgegeven bijzondere geneeskundige redenen door de politie als aanstonds ongerechtvaardigd voorkomt, mag de politie het niet meewerken aan de ademanalyse aanmerken als een weigering. In de praktijk zien we dat de politie dit vaak te snel aanneemt en eigenlijk bij de minst of geringste 'tegenwerking' het handelen van de verdachte aanmerkt als een weigering van de medewerking aan de ademanalyse, ook al vraagt de verdachte om een bloedonderzoek of geeft hij duidelijk aan dat hij om bijzondere geneeskundige redenen niet in staat is om te blazen. Hier valt dan later goed door een advocaat goed verweer tegen te voeren.
Een voorbeeld hiervan is te vinden in:
- ECLI:NL:RVS:2017:915: verdachte volgde instructies blazen niet op