• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Telefonisch contact met CBR is onvoldoende voor wetenschap ongeldig verklaard rijbewijs

In deze zaak ging het om de vraag of de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hij beweerde van niet, maar hij wist wel dat aan hem een EMA was opgelegd, waarvan hij de kosten niet kon betalen, en dat dit dan consequenties zou hebben. Dit had hij telefonisch gehoord van de medewerker van het CBR.

Aangetekende brief niet retour is onvoldoende

Het enkele feit dat een beslissing tot ongeldigverklaring van het rijbewijs aangetekend is gestuurd naar het juiste GBA-adres en de betreffende brief niet retour is gezonden naar het CBR kan – indien de betreffende verdachte ontkent op de hoogte te zijn geweest van bedoelde beslissing – ontoereikend zijn voor een bewezenverklaring. Dit is inmiddels vaste jurisprudentie van de Hoge Raad.

Telefonisch contact CBR

In deze zaak waren er echter (meer) omstandigheden, die verdachte hadden kunnen en ook moeten alarmeren inzake de vraag of zijn rijbewijs nog wel geldig was, zo vond het gerechtshof. Uit de documentatie van verdachte bleek dat hij op 6 juni 2008 en 11 juni 2009 is aangehouden ter zake van een alcohol verkeersdelict voor welke feiten hij op 15 februari 2010 respectievelijk 13 december 2010 is veroordeeld door de politierechter Zwolle-Lelystad. Op 8 december 2010 had verdachte, nadat hij was aangehouden voor het onderhavige strafbare feit, ten overstaan van verbalisanten verklaard dat hij op enig moment na zijn (tweede) aanhouding een brief heeft ontvangen van het CBR, inhoudende dat hij de EMA-cursus moest volgen. Omdat verdachte de daarmee gemoeide kosten niet kon betalen, had hij telefonisch contact gezocht met het CBR. In dat gesprek werd hem – volgens zijn eigen verklaring – verteld dat het niet volgen van die cursus consequenties zou hebben voor zijn rijbewijs.

Dit allemaal, in onderlinge samenhang bezien, leidde tot het oordeel van het hof dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat, toen hij op 8 december 2010 een personenauto bestuurde, hem dat krachtens een ongeldigverklaring van zijn rijbewijs niet was toegestaan.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad vond deze omstandigheden echter niet voldoende, en overwoog:

“Het oordeel van het Hof dat uit de enkele omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief aan hem is verzonden en niet retour is gekomen bij het CBR, niet kan worden afgeleid dat de verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, is juist. Die gevolgtrekking kan daaraan ook niet worden verbonden indien die omstandigheid wordt beoordeeld in samenhang met de overige door het Hof in aanmerking genomen omstandigheden die vermeld zijn in de hiervoor weergegeven overwegingen van het Hof. De bewezenverklaring voor zover inhoudende dat de verdachte redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs ongeldig was verklaard, is daarom niet naar de eis der wet met redenen omkleed.”

Conclusie

Belangrijk is dus dat er bij de processtukken nog steeds een bewijs zit waaruit blijkt dat de verdachte de brief van het CBR daadwerkelijk in ontvangst heeft genomen, in die zin dat hij bijvoorbeeld zelf voor de ontvangst heeft getekend. Ontbreekt dat bewijs, dan kunt u hiertegen goed verweer voeren!

Volledige uitspraak Hoge Raad 12 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1179

< Terug naar Meer informatie rijden tijdens ontzegging
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden