• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Latere vrijspraak voor feit waarvoor rijbewijs was ingevorderd heeft geen gevolgen voor rijden zonder rijbewijs

Een latere vrijspraak voor een feit waarvoor het rijbewijs initieel, naar achteraf blijkt, onterecht is ingevorderd, wil niet zeggen dat een verdachte ook moet worden vrijgesproken voor overtreding van artikel 9 lid 7 WVW als de verdachte na de invordering is gaan rijden. De latere vrijspraak tast in zoverre de eerdere invordering niet meer aan. Zie bijv. Gerechtshof Amsterdam, 22 juli 2021,ECLI:NL:GHAMS:2021:2173
Uit het dossier blijkt dat het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd op 2 mei 2018. De omstandigheid dat de verdachte in de zaak met parketnummer 23-000971-19 is vrijgesproken ten aanzien van het feit naar aanleiding waarvan zijn rijbewijs was ingevorderd brengt niet zonder meer met zich dat de invordering onrechtmatig is geweest. Een redelijk vermoeden van schuld als bedoeld in art. 27 Sv kan immers ook hebben bestaan indien naderhand mocht blijken dat iemand het feit waarvan hij is verdacht niet heeft begaan, of dat feit niet een volgens de wet strafbaar feit oplevert (vgl. HR 3 maart 1987, ECLI:NL:HR:1987:AB8324). De invordering die op het redelijk vermoeden van schuld was gebaseerd is daarom evenmin onrechtmatig, indien de verdachte naderhand van dat strafbare feit wordt vrijgesproken. Van feiten of omstandigheden die in dit geval tot een ander oordeel zouden nopen is niet gebleken.

< Terug naar Meer informatie rijden tijdens ontzegging
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden