• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Bekendmaking uitslag bloedonderzoek had naar GBA-adres in Polen gestuurd kunnen worden

In de zaak van HR, 22 april 2025,  ECLI:NL:HR:2025:643 ging het om de vraag of de uitslag van het bloedonderzoek naar een adres in Polen moet worden gestuurd als de verdachte geen in Nederland bekend woonadres meer heeft. De Hoge Raad beantwoordt die vraag bevestigend:

“Van “onderzoek” a.b.i. art. 8.5 WVW 1994 is slechts sprake als waarborgen zijn nageleefd waarmee wetgever dat onderzoek met oog op betrouwbaarheid van resultaten daarvan heeft omringd (vgl. HR:2020:1684). Voorschrift van art. 17 Besluit dat verdachte schriftelijk in kennis wordt gesteld van resultaat van bloedonderzoek en van recht op tegenonderzoek, betreft strikte waarborg (vgl. HR:2021:1793). Uit ‘s hofs vaststellingen volgt dat (i) verdachte bij zijn aanhouding dan wel bij zijn verhoor door politie geen adres heeft opgegeven waar uitslag van bloedonderzoek naartoe kon worden gestuurd, (ii) verdachte niet in kennis is gesteld van resultaat van bloedonderzoek en van recht op tegenonderzoek maar dat is volstaan met kennisgeving die was gericht aan adres onbekend, en (iii) reden voor het achterwege laten van kennisgeving aan verdachte erin was gelegen dat verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland. Hof heeft o.g.v. deze vaststellingen geoordeeld dat omstandigheid dat kennisgeving de verdachte niet heeft bereikt, niet eraan in de weg staat dat sprake is van “onderzoek” a.b.i. art. 8.5 WVW 1994, omdat het aan verdachte is te wijten dat hij zich niet heeft laten inschrijven in BRP en hij ook niet bij politie adresgegevens heeft opgegeven. Art. 17 Besluit vereist dat opsporingsambtenaar de verdachte schriftelijk in kennis stelt van resultaat van bloedonderzoek en van recht op tegenonderzoek. Dit voorschrift waarborgt o.m. dat verdachte gebruik kan maken van recht op tegenonderzoek op moment dat afgenomen bloed daarvoor nog beschikbaar is. In het geval dat door verdachte geen adres is opgegeven waaraan kennisgeving kan worden gedaan, maar opsporingsambtenaar door raadpleging van BRP-gegevens wel actueel adres van verdachte kan achterhalen, moet kennisgeving naar dat adres worden verzonden. Nu uit stukken blijkt dat van verdachte op moment dat politie het resultaat van bloedonderzoek ontving, in BRP een adres in Polen stond geregistreerd, heeft hof miskend dat kennisgeving naar dat adres in Polen had kunnen en moeten worden verzonden. Dat verdachte op dat moment niet was ingeschreven op adres in Nederland, leidt daarbij niet tot ander oordeel.”

Uitspraak Hoge Raad:

3.2.3

Bij de stukken bevinden zich:

– een brief van de politie eenheid Den Haag van 2 april 2020 aan de verdachte, waarin de uitslag van het bloedonderzoek is medegedeeld en de verdachte is gewezen op het recht om een tegenonderzoek te laten verrichten. Deze brief is geadresseerd aan [verdachte] , “Onbekend 9999, ZVWOVP (de Hoge Raad begrijpt: zonder vaste woon- of verblijfplaats), ONBEKEND”;

– een ‘ID Staat (Op basis van identificatie met biometrie)’ van 2 maart 2020, die de volgende informatie bevat: de verdachte heeft de Poolse nationaliteit, hij heeft als adres in de basisregistratie personen (hierna: BRP) [a-straat 1] [plaats] , [nummer] , Polen en als zijn laatste feitelijke woon- of verblijfplaats is vermeld “ZVWOVP”;

– een informatiestaat SKDB-persoon van de verdachte van 8 april 2021, die de volgende informatie bevat: de verdachte is niet-ingezetene, hij heeft met ingang van 23 september 2017 als BRP-adres voornoemd adres in Polen, en als zijn laatste feitelijke woon- of verblijfplaats is vermeld “ZVWOVHTL” (de Hoge Raad begrijpt: zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande) met als gemeente en land “ [plaats] , Nederland” en als registratiedatum 10 maart 2021.

3.3.1De tenlastelegging is toegesneden op artikel 8 lid 5 WVW 1994. Daarom moet worden aangenomen dat het in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende begrip ‘onderzoek’ is gebruikt in de betekenis die dat begrip heeft in die bepaling.

3.3.2

Bij de beoordeling van het cassatiemiddel zijn de volgende bepalingen van belang:

– artikel 8 lid 5 WVW 1994:

“Het is een ieder verboden een voertuig te besturen, als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden na gebruik van een of meer van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen stoffen als bedoeld in het eerste lid, waardoor het gehalte in zijn bloed van de bij de stof vermelde meetbare stof, of in geval van gebruik van meer stoffen als bedoeld in het eerste lid die bij algemene maatregel van bestuur aangewezen zijn als groep, het totale gehalte in zijn bloed van de bij die stoffen vermelde meetbare stoffen, bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan de daarbij vermelde grenswaarde. Indien een van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen stoffen of alcohol in combinatie wordt gebruikt met een of meer andere van deze aangewezen stoffen of met een van de stoffen als bedoeld in het eerste lid die niet bij deze algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, geldt voor iedere aangewezen stof of alcohol afzonderlijk een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen grenswaarde. Die grenswaarde is gelijk aan de laagst meetbare hoeveelheid van die stof of alcohol die niet op natuurlijke wijze in het bloed aanwezig kan zijn.”

– artikel 17 Besluit:

“De opsporingsambtenaar stelt de verdachte binnen een week na ontvangst van het verslag, bedoeld in artikel 16, tweede lid, schriftelijk in kennis van het resultaat van het bloedonderzoek en van het recht op tegenonderzoek en vermeldt daarbij het sporenidentificatienummer, bedoeld in artikel 16, vierde lid, onder b.”

3.4Van een ‘onderzoek’ zoals bedoeld in artikel 8 lid 5 WVW 1994 is slechts sprake als de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek met het oog op de betrouwbaarheid van de resultaten daarvan heeft omringd (vgl. HR 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1684). Het voorschrift van artikel 17 Besluit dat de verdachte schriftelijk in kennis wordt gesteld van het resultaat van het bloedonderzoek en van het recht op tegenonderzoek, betreft een strikte waarborg (vgl. HR 30 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1793).

3.5Uit de vaststellingen van het hof volgt dat (i) de verdachte bij zijn aanhouding dan wel bij zijn verhoor door de politie geen adres heeft opgegeven waar de uitslag van het bloedonderzoek naartoe kon worden gestuurd, (ii) de verdachte niet in kennis is gesteld van het resultaat van het bloedonderzoek en van het recht op tegenonderzoek, maar dat is volstaan met een kennisgeving die was gericht aan adres onbekend, en (iii) de reden voor het achterwege laten van de kennisgeving aan de verdachte erin was gelegen dat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland. Het hof heeft op grond van deze vaststellingen geoordeeld dat de omstandigheid dat de kennisgeving de verdachte niet heeft bereikt, niet eraan in de weg staat dat sprake is van een ‘onderzoek’ zoals bedoeld in artikel 8 lid 5 WVW 1994, omdat het aan de verdachte is te wijten dat hij zich niet heeft laten inschrijven in de BRP en hij ook niet bij de politie adresgegevens heeft opgegeven.

3.6.1Artikel 17 Besluit vereist dat de opsporingsambtenaar de verdachte schriftelijk in kennis stelt van het resultaat van het bloedonderzoek en van het recht op tegenonderzoek. Dit voorschrift waarborgt onder meer dat de verdachte gebruik kan maken van het recht op tegenonderzoek op een moment dat het afgenomen bloed daarvoor nog beschikbaar is. In het geval dat door de verdachte geen adres is opgegeven waaraan de kennisgeving kan worden gedaan, maar de opsporingsambtenaar door raadpleging van BRP-gegevens wel een actueel adres van de verdachte kan achterhalen, moet de kennisgeving naar dat adres worden verzonden.

3.6.2Nu uit de onder 3.2.3 weergegeven stukken blijkt dat van de verdachte op het moment dat de politie het resultaat van het bloedonderzoek ontving, in de BRP een adres in Polen stond geregistreerd, heeft het hof miskend dat de kennisgeving naar dat adres in Polen had kunnen en moeten worden verzonden. Dat de verdachte op dat moment niet was ingeschreven op een adres in Nederland, leidt daarbij niet tot een ander oordeel.

< Terug naar Meer informatie rijden onder invloed
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden
Privacyverklaring

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl is de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens zoals weergeven in deze privacyverklaring.  Alle informatie over welke persoonsgegevens StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkt en hoe wij hier op een correcte manier mee omgaat, zullen wij hierna uitleggen. .

Door gebruik te maken van de website en diensten van StrafrechtadvocatenNetwerk.nl gaat u ermee akkoord dat deze privacyverklaring van toepassing is op alle door StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkte persoonsgegevens.

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl behoudt zich het recht voor om deze privacyverklaring te allen tijde te wijzigen.

1. Toepasbaarheid

Deze privacyverklaring geldt voor alle bezoeken van de websites van StrafrechtadvocatenNetwerk.nl en in het bijzonder voor de via de websites achtergelaten persoonsgegevens door gebruikmaking van het zaakaanmeldingsformulier en het contactformulier.

2. Persoonsgegevens 

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkt de volgende persoonsgegevens:

    • Identificatie- en contactinformatie: naam, voornaam, adres en woonplaats, e-mailadres, telefoonnummer, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats en BSN;
    • Andere gegevens die door u zelf uitgewisseld, gecommuniceerd en gedeeld worden via de website of via de e-mail.
    • Wanneer u gebruik maakt van de website kan de volgende informatie verwerkt worden:
      • – bezochte pagina’s,
      • – zoekopdrachten
      • – IP-adres door middel van cookies
      • – gegevens die u zelf invoert op de website

3. Doel gegevensverwerking

Uw persoonsgegevens worden enkel verwerkt met als doel om deze door te sturen naar een bij StrafrechtadvocatenNetwerk.nl aangesloten advocaat of advocatenkantoor, die vervolgens met u contact op zal nemen om de zaak te bespreken en u een aanbieding te doen om rechtsbijstand te verlenen en/of u te adviseren.

Daarnaast analyseert StrafrechtadvocatenNetwerk.nl gegevens over uw gebruik van de websites, waarbij ook het surfgedrag kan worden beoordeeld, waarbij ook trackingcookies gebruikt worden.

4. Rechtsgrond van de verwerking

StrafrechtadvkcatenNetwerk.nl verwerkt persoonsgegevens op basis een stilzwijgende overeenkomst bij gebruikmaking van de websites.

5. Bewaring van persoonsgegevens

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl bewaart uw gegevens niet langer dan noodzakelijk voor de verwerking ervan, voor zover dat nodig is om u in contact te brengen met een advocaat. Alle aanmeldingen worden binnen 14 dagen na ontvangst verwijderd.

6. Persoonsgegevens delen 

Uw persoonsgegevens worden uitsluitend gedeeld in overeenstemming met deze privacyverklaring met als doel om u in contact te brengen met een aangesloten advocaat of advocatenkantoor.

7. Uw rechten

U heeft het recht tot inzage, rectificatie en verwijdering van persoonsgegevens. Ook kunt u bezwaar maken tegen het gebruik van uw gegevens of vragen dit gebruik te beperken. U kunt hiervoor mailen naar info@strafrechtadvocatennetwerk.nl.