• Eerlijke inschatting
  • Enkel ervaren verkeersstrafrechtadvocaten
  • Snelle werkwijze
  • Voordeligste tarief

Zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen – artikel 5a WVW

Naast artikel 5 WVW kennen we tegenwoordig ook een nieuw artikel 5a WVW. Dat is een nieuwe variant waarbij zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen strafbaar wordt gesteld. Het  artikel 5a WVW bevat het opzettelijk in ernstige mate schenden van verkeersregels waardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is. Artikel 5a WVW 1994 vervult een brugfunctie tussen de relatief lichte overtreding van artikel 5 WVW 1994 en het misdrijf van artikel 6 WVW 1994. Het artikel luidt:

"Het is een ieder verboden opzettelijk zich zodanig in het verkeer te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is. Als zodanige verkeersgedragingen kunnen onder meer de volgende gedragingen worden aangemerkt:
a.onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen;
b.gevaarlijk inhalen;
c.negeren van een rood kruis;
d.over een vluchtstrook rijden waar dit niet is toegestaan;
e.inhalen voor of op een voetgangersoversteekplaats;
f.niet verlenen van voorrang;
g.overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid;
h.zeer dicht achter een ander voertuig rijden;
i.door rood licht rijden;
j.tegen de verkeersrichting inrijden;
k.tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden;
l.niet opvolgen van verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van deze wet bevoegde personen;
m.soortgelijke gedragingen als die onder a tot en met l genoemd.

Zeer ernstig verkeersdelict

Met het artikel wordt voorzien in een misdrijf dat zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen strafbaar stelt. De bedoeling is  dat het vereiste dat de verkeersregels in «opzettelijk» en «in ernstige mate» geschonden moeten zijn, in combinatie met de gevaarzetting als gevolg, maakt dat het gaat om een zeer ernstig verkeersdelict. Artikel 5a WVW 1994, is derhalve, bedoeld voor een beperkt aantal zaken, zaken waarin sprake is van zeer ernstige verkeersdelicten. Voor de overige zaken kan worden teruggevallen op het aangescherpte artikel 5 WVW 1994.
Minder juist is het dan ook om te spreken van een automatisme in de zin dat het vertonen van de genoemde gedragingen, terwijl hierdoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander is te duchten, automatisch leidt tot het opzettelijk en in ernstige mate schenden van de verkeersregels.(zie MvT, Kammerstukken II, 35 086, nr 3.).

Opzet

De strafbaarstelling omschrijft gedrag dat een veel groter risico op het intreden van ernstige gevolgen in het leven roept dan het gedrag dat enkel de strafbaarstelling van artikel 5 WVW 1994 vervult. Het gedrag impliceert dat iemand welbewust en met groot gevaar voor andere medeweggebruikers in ernstige mate essentiële verkeersgedragsregels overtreedt en is mitsdien ook veel strafwaardiger.

Er dient sprake te zijn van opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregels. Opzet maakt dus uitdrukkelijk onderdeel uit van de delictsomschrijving. Dit moet op een zodanige manier geschieden dat kan worden gezegd dat de verdachte, doordat hij zich aldus heeft gedragen, opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels heeft geschonden, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is geweest. Hieraan worden strenge eisen gesteld ten aanzien van de bewijsbaarheid. Het artikel ziet immers op gedrag waarbij iemand volstrekt onverantwoord deelneemt aan het verkeer zonder acht te slaan op de veiligheid en risico’s voor andere weggebruikers, terwijl de gevolgen verstrekkend waren geweest als er daadwerkelijk een ongeval had plaatsgevonden.

Het gaat hier om een misdrijf met een (hoog) strafmaximum van twee jaar, terwijl het zeer gevaarlijke rijgedrag – door een samenstel van gedragingen – niet heeft geleid tot een ongeval. Dit hoge strafmaximum hangt samen met de strafwaardigheid van het verkeersgedrag. En die strafwaardigheid vindt haar grondslag juist ook in het opzettelijk handelen, de welbewuste, zeer onverschillige en gevaarlijke houding waarmee de verdachte zich in het verkeer begeeft.

Een aantal van de genoemde gedragingen – overschrijding van de maximumsnelheid, zeer dicht achter een ander voertuig rijden of het vasthouden van een mobiele telefoon – kunnen  niet anders dan opzettelijk worden gepleegd. Voor andere van de genoemde gedragingen heeft opzet wel een zelfstandige betekenis.
Overtreding van artikel 5a WVW 1994 is een ernstig misdrijf, en dan mogen – over de band van de delictsomschrijving – ook stevige eisen aan het bewijs worden gesteld. Een verklaring van de verdachte dat hij de snelheidsborden niet heeft gezien, hoeft vanzelfsprekend niet aan het bewijs van het opzet in de weg te staan. Bij de gedragingen waar opzet wel een zelfstandige betekenis heeft komt de nadruk vooral te liggen op het volledige feitencomplex. Het bewijs van het opzettelijk in ernstige mate overtreden van de verkeersregels zal dan met name moeten worden afgeleid uit de feiten en omstandigheden die zicht bieden op de algehele instelling van de verdachte waar het in het concrete geval zijn deelname aan het verkeer betreft.

In ernstige mate

De gedachte achter de keuze voor in «in ernstige mate» is dat de bepaling beperkt moet zijn tot (voldoende) ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Bij het schenden van een verkeersregel in «ernstige mate» kan worden gedacht aan het meerdere malen negeren van een rood kruis, het meerdere keren rijden door rood licht, voor een langere periode met een hoge snelheid rijden, continu over een vluchtstrook blijven rijden, terwijl dat niet is toegestaan. Wanneer de verdachte meerdere van deze gedragingen in één rit begaat kan het niet anders zijn (en mag dit ook worden aangenomen) dan dat hij de verkeersregels opzettelijk schendt en dat zijn opzet was gericht op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels. De verdachte kan in dergelijke gevallen niet onder de werking uitkomen van het voorgestelde artikel 5a WVW 1994 door te verklaren dat hij desbetreffende verkeersborden niet heeft gezien. Een aantal van de genoemde gedragingen – overschrijding van de maximumsnelheid, zeer dicht achter een ander voertuig rijden of het vasthouden van een mobiele telefoon – kunnen bovendien niet anders dan opzettelijk worden gepleegd. Voor andere van de genoemde gedragingen heeft opzet wel een zelfstandige betekenis.

Levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten

De kern wordt gevormd door de aanhef en de slotzin. In de aanhef staat dat het een ieder verboden is opzettelijk de verkeersregels in ernstige mate te schenden. Uit de slotzin volgt dat, wil er sprake zijn van een volgens artikel 5a WVW 1994 strafbaar gestelde gedraging, de schending van de verkeersregels tot gevolg moet hebben dat daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel is te duchten.

Als is komen vast te staan dat verdachte een of meer verkeersovertredingen heeft begaan waardoor zeer gevaarlijke situaties zijn ontstaan en bijgevolg door de verdachte onaanvaardbare risico’s zijn genomen, levert dat gedrag welhaast per definitie het opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregels op. Voor een ernstige schending van verkeersregels is ook van belang dat de verdachte bij zijn gedragingen geen acht heeft geslagen op (mogelijke) andere verkeersdeelnemers. Het veroorzaken van het gevaar is opgenomen als een geobjectiveerd bestanddeel oftewel de eis van het «te duchten» van gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen dan wel letsel volstaat. Bijvoorbeeld als een verdachte met zijn voertuig veel te hard rijdt in het stadscentrum waardoor andere weggebruikers moeten uitwijken of wegspringen. En als een rood kruis door de betrokkene een enkele keer voor een korte periode wordt genegeerd (of dus over het hoofd is gezien) of de maximumsnelheid beperkt overschreden wordt, lijkt handhaving via de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften of via artikel 5 WVW 1994 voor de hand te liggen.

Over het bestanddeel «indien daarvan gevaar is te duchten» merk ik nog op dat daarvoor bepalend is of het gevaar naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is. Bij de beantwoording van deze vraag kan worden aangesloten bij de criteria uit de causaliteittheorieën. In de Memorie van Toelichting wordt door de Raad voor de Rechtspraak als voorbeeld genoemd een dronken vrachtwagenchauffeur die op enig moment veel te hard rijdt, terwijl hij tijdens de rit niemand tegenkomt. Dit valt zeker niet zonder meer onder het bereik van artikel 5a WVW 1994, maar zal veeleer worden aangepakt op grond van artikel 5 en/of artikel 8 van de WVW 1994.

Voorbeelden gedragingen 5a WVW

In artikel 5a WVW worden voorbeelden genoemd van gedragingen die een overtreding van artikel 5a WVW kunnen opleveren. Deze lijst met gedragingen is echter niet limitatief.

Het verrichten van één gedraging is niet voldoende is voor een overtreding van artikel 5a WVW 1994. Met de gedraging moet opzettelijk en in ernstige mate de verkeersregels worden geschonden terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is. Dat betekent dus niet dat met het verrichten van een of meer van de genoemde gedragingen al vaststaat dat opzettelijk in ernstige mate de verkeersregels zijn geschonden. Het enkele feit dat de bestuurder een telefoon vasthoudt of een bestuurder die onbewust door rood licht rijdt levert geen overtreding van artikel 5a WVW 1994 op. Oftewel overtredingen van de in artikel 5a WVW 1994 opgenomen gedragingen die uit simpele onachtzaamheid worden begaan worden niet automatisch een zwaar misdrijf zodra daardoor enig gevaar voor letsel ontstaat. Het gaat bij een overtreding van artikel 5a WVW 1994 immers om het opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregels (en gevaar is te duchten).

Het rijden onder invloed is niet als gedraging is opgenomen in het artikel 5a WVW. Reden hiervoor is dat deze gedraging al als zelfstandig misdrijf kan worden bestraft op grond van artikel 8 WVW 1994, ook indien dit geen gevolgen heeft voor anderen. Bij het voorgestelde artikel 5a WVW 1994 gaat het om een samenstel van gedragingen. Dit verklaart ook waarom sprake is van een verschil in strafmaximum tussen artikel 8 WVW (een jaar) en artikel 5a WVW 1994 (twee jaar). Het voorgestelde artikel 5a WVW 1994 geldt immers voor zeer ernstige verkeersdelicten.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden
Privacyverklaring

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl is de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens zoals weergeven in deze privacyverklaring.  Alle informatie over welke persoonsgegevens StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkt en hoe wij hier op een correcte manier mee omgaat, zullen wij hierna uitleggen. .

Door gebruik te maken van de website en diensten van StrafrechtadvocatenNetwerk.nl gaat u ermee akkoord dat deze privacyverklaring van toepassing is op alle door StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkte persoonsgegevens.

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl behoudt zich het recht voor om deze privacyverklaring te allen tijde te wijzigen.

1. Toepasbaarheid

Deze privacyverklaring geldt voor alle bezoeken van de websites van StrafrechtadvocatenNetwerk.nl en in het bijzonder voor de via de websites achtergelaten persoonsgegevens door gebruikmaking van het zaakaanmeldingsformulier en het contactformulier.

2. Persoonsgegevens 

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl verwerkt de volgende persoonsgegevens:

    • Identificatie- en contactinformatie: naam, voornaam, adres en woonplaats, e-mailadres, telefoonnummer, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats en BSN;
    • Andere gegevens die door u zelf uitgewisseld, gecommuniceerd en gedeeld worden via de website of via de e-mail.
    • Wanneer u gebruik maakt van de website kan de volgende informatie verwerkt worden:
      • – bezochte pagina’s,
      • – zoekopdrachten
      • – IP-adres door middel van cookies
      • – gegevens die u zelf invoert op de website

3. Doel gegevensverwerking

Uw persoonsgegevens worden enkel verwerkt met als doel om deze door te sturen naar een bij StrafrechtadvocatenNetwerk.nl aangesloten advocaat of advocatenkantoor, die vervolgens met u contact op zal nemen om de zaak te bespreken en u een aanbieding te doen om rechtsbijstand te verlenen en/of u te adviseren.

Daarnaast analyseert StrafrechtadvocatenNetwerk.nl gegevens over uw gebruik van de websites, waarbij ook het surfgedrag kan worden beoordeeld, waarbij ook trackingcookies gebruikt worden.

4. Rechtsgrond van de verwerking

StrafrechtadvkcatenNetwerk.nl verwerkt persoonsgegevens op basis een stilzwijgende overeenkomst bij gebruikmaking van de websites.

5. Bewaring van persoonsgegevens

StrafrechtadvocatenNetwerk.nl bewaart uw gegevens niet langer dan noodzakelijk voor de verwerking ervan, voor zover dat nodig is om u in contact te brengen met een advocaat. Alle aanmeldingen worden binnen 14 dagen na ontvangst verwijderd.

6. Persoonsgegevens delen 

Uw persoonsgegevens worden uitsluitend gedeeld in overeenstemming met deze privacyverklaring met als doel om u in contact te brengen met een aangesloten advocaat of advocatenkantoor.

7. Uw rechten

U heeft het recht tot inzage, rectificatie en verwijdering van persoonsgegevens. Ook kunt u bezwaar maken tegen het gebruik van uw gegevens of vragen dit gebruik te beperken. U kunt hiervoor mailen naar info@strafrechtadvocatennetwerk.nl.