Poging tot rijden onder invloed
Ook een poging tot het rijden onder invloed is strafbaar. Zo is de verdachte die plaats neemt op de bestuurdersplaats, de motor start en de verlichting aan zet, zonder aannemelijk ontlastend verhaal ook veroordeeld (HR 17 september 2002, LJN: AE3382 en HR 11 december 2007, LJN: BB7658).
De grens van de poging ligt bij het het verrichten van uitvoeringshandelingen. Qua uitvoeringshandelingen kan dan worden gedacht aan het starten van de motor, het ontsteken van de verlichting en het in de eerste versnelling zetten.
Aanstalten maken
Wanneer er nog geen uitvoeringshandelingen zijn verricht, kan het hooguit gaan om ‘aanstalten maken’.
Van het aanstalten maken is sprake wanneer er nog uitvoeringshandelingen gericht op het besturen zijn. In dit geval kan hooguit een voorlopige ademanalyse worden afgenomen (art. 160 lid 5 WVW) en een rijverbod opleggen (art. 162 WVW).
Differentiatie rijden onder invloed
In feite kunnen de verschillende fasen van rijden onder invloed als volgt worden onderscheiden:
- Aanstalten maken
- Verdenking bestuurder te zijn geweest
- Poging tot rijden onder invloed
- Bestuurder