Meer informatie rijbewijs ingevorderd Archives - Advocaat Verkeersstrafrecht https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/advocaat-rijbewijs-ingevorderd/ Mon, 27 Jun 2022 10:49:44 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.6 Doe geen aangifte vermissing rijbewijs na inname rijbewijs in het buitenland https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/doe-geen-aangifte-vermissing-rijbewijs-na-inname-rijbewijs-in-het-buitenland/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/doe-geen-aangifte-vermissing-rijbewijs-na-inname-rijbewijs-in-het-buitenland/#respond Mon, 27 Jun 2022 10:45:34 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=4088 Geregeld zien wij dat cliënten, wiens rijbewijs in het buitenland is ingenomen, slim denken te zijn door in Nederland aangifte te doen van de vermissing van het rijbewijs, om vervolgens via die weg het rijbewijs weer terug te krijgen en dan zo verder te kunnen rijden. Dat is niet verstandig en kan zelfs tot grote […]

The post Doe geen aangifte vermissing rijbewijs na inname rijbewijs in het buitenland appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Geregeld zien wij dat cliënten, wiens rijbewijs in het buitenland is ingenomen, slim denken te zijn door in Nederland aangifte te doen van de vermissing van het rijbewijs, om vervolgens via die weg het rijbewijs weer terug te krijgen en dan zo verder te kunnen rijden. Dat is niet verstandig en kan zelfs tot grote problemen leiden. Meestal duikt het rijbewijs ooit nog wel eens op en dan zal de gemeente uw nieuwe rijbewijs op grond van artikel 124 WVW ongeldig verklaren. Omdat uw oude rijbewijs dan ook ongeldig is, door de eigen aangifte vermissing, heeft u dan een groot probleem. U hebt dan opeens geen enkel rijbewijs meer en zult voor alle categorieën opnieuw rijexamen moeten doen. In de jurisprudentie zien we enkele gevallen waarin nog geprobeerd is om dit via een bezwaarprocedure en een voorlopige voorziening te voorkomen, maar tevergeefs. Het rijbewijs blijft steeds ongeldig.

Rechtbank Zwolle-Lelystad, 27 april 2012, ECLI:NL:RBZLY:2012:BW4284:
“Op 24 juni 2011 is het rijbewijs van verzoeker door de Franse autoriteiten ingenomen, waarbij hem is meegedeeld dat dit naar zijn adres gezonden zou worden. Op 19 juli 2011 heeft verzoeker bij de regiopolitie IJsselland aangifte van vermissing van zijn rijbewijs gedaan om een nieuw rijbewijs te kunnen krijgen. Volgens het proces-verbaal van aangifte heeft verzoeker aangegeven dat zijn rijbewijs vermist is in Nederland sinds 30 juni 2011. Verder is vermeld dat verzoeker het rijbewijs nergens in huis kon vinden en dat hij niet weet wat ermee is gebeurd. Als vermoedelijke reden van vermissing heeft verzoeker opgegeven dat die hem onbekend is.

Op basis van dit proces-verbaal van vermissing heeft verweerder aan verzoeker een nieuw rijbewijs afgegeven.

Per brief van 13 januari 2012 heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) verweerder er op gewezen dat het oude rijbewijs van verzoeker is ingenomen door de Franse autoriteiten in verband met een aldaar gepleegde overtreding. Tevens constateert de RDW dat het vervangende rijbewijs kennelijk op grond van een onjuiste opgave is verstrekt.

Uit het onderzoek dat verweerder naar aanleiding van de opmerkingen van de RDW heeft ingesteld, is volgens verweerder gebleken dat verzoeker een onjuiste opgave heeft gedaan ter verkrijging van zijn nieuwe rijbewijs. Verweerder heeft daarop per besluit van 29 maart 2012 dit rijbewijs op grond van artikel 124, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW 1994) ongeldig verklaard.

2.3 Ingevolge artikel 116 van de WVW 1994 is verweerder belast met de afgifte van rijbewijzen.

Ingevolge artikel 119, eerste lid, aanhef en onder b, van de WVW 1994 geeft degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels een nieuw rijbewijs af voor verloren geraakte of tenietgegane rijbewijzen.

Ingevolge artikel 123, eerste lid, aanhef en onder h, van de WVW 1994, verliest een rijbewijs zijn geldigheid door aangifte van vermissing van het rijbewijs.

Ingevolge artikel 124, eerste lid, aanhef en onder a, van de WVW 1994 wordt een rijbewijs overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels voor een of meer categorieën van motorrijtuigen of voor een deel van de geldigheidsduur ongeldig verklaard indien het rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.

3. Verzoeker kan zich niet met het bestreden besluit verenigen en voert daartoe aan dat van het verstrekken van onjuiste gegevens geen sprake is geweest, maar slechts van het beperkt verstrekken van gegevens. Aangifte van vermissing lag in de rede omdat het rijbewijs veel eerder aan verzoeker geretourneerd had moeten worden. Indien verweerder had geweten dat het rijbewijs voordat het vermist raakte ingenomen was door de Franse politie had veweerder een nieuw rijbewijs dienen te verstrekken.Verder is nog niet zeker of verzoeker straf-rechtelijk vervolgd gaat worden, een sepot is een zeer reële optie. De Franse politie heeft verzoekers rijbewijs ten onrechte ingenomen, nu het een geringe snelheidsovertreding betrof.

3.1 Vastgesteld kan worden dat verzoeker bij zijn aangifte niet heeft vermeld dat zijn rijbewijs in Frankrijk vanwege een snelheidsovertreding is ingenomen – verzoeker reed

72 kilometer te hard – voor de duur van drie maanden. Bovendien was ten tijde van verzoekers aangifte van vermissing de termijn van het tijdelijke rijverbod in Frankrijk

nog niet verstreken zodat reeds daarom van vermissing geen sprake kon zijn.

3.2 Hiermee staat vast dat verzoeker gegevens niet heeft verstrekt die indien deze wel verstrekt waren, ertoe geleid zouden hebben dat aan verzoeker gezien het bepaalde in artikel 119 van de WVW 1994 geen nieuw rijbewijs was afgegeven.

Verzoeker kan niet worden gevolgd in zijn grief dat het verwijt dat verzoeker mogelijk

niet volledig is geweest in zijn aangifte uitsluitend in een strafrechtelijke procedure dient

te worden beoordeeld. De bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke procedure bestaan naast elkaar. Ook het door verzoeker gestelde dat zijn rijbewijs ten onrechte zou zijn ingenomen is niet relevant. Verzoeker had tegen de inname in Frankrijk kunnen opkomen.

3.Hiermee is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldaan aan het gestelde in artikel 124, eerste lid, aanhef en onder a, van de WVW 1994. Gelet op de formulering van deze bepaling was verweerder daarom gehouden om het rijbewijs ongeldig te verklaren.

4. Gelet op het vorenstaande valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet te verwachten dat het bestreden besluit in bezwaar geen stand zal houden. Daarom bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening, zodat het verzoek daartoe wordt afgewezen.”

Later is deze zaak nog voorgelegd aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (19 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:979), maar ook die gaf het rijbewijs niet terug:
“Uit door de Franse autoriteiten opgestuurde documenten blijkt evenwel dat de Franse politie het rijbewijs van [appellant] op 5 mei 2012 in beslag heeft genomen wegens een snelheidsovertreding. Tevens heeft zij aan [appellant] een tijdelijk rijverbod opgelegd voor de duur van een maand, ingaande op 5 mei 2012, aldus de documenten.

In het aangevoerde kan geen grond worden gevonden voor het oordeel dat de burgemeester zich bij zijn besluitvorming niet heeft mogen baseren op voormelde documenten. Nog daargelaten welke betekenis daaraan zou moeten worden toegekend, heeft [appellant] zijn stellingen dat de Franse politie hem in weerwil van de inhoud van de door de Franse autoriteiten opgestuurde documenten heeft meegedeeld dat de invordering van zijn rijbewijs slechts voor één dag zou gelden en dat het rijbewijs direct na die dag naar zijn huisadres zou worden gestuurd, onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Gelet op de inhoud van de documenten heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat [appellant] bij de aanvraag van het rijbewijs onjuiste gegevens heeft verstrekt. [appellant] heeft immers nagelaten naar waarheid te verklaren dat hij geen rijbewijs meer had omdat dat voor een maand in beslag was genomen door de Franse politie wegens een snelheidsovertreding.

3.3. Verder heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat de burgemeester niet tot afgifte van een nieuw rijbewijs had mogen overgaan als [appellant] bij zijn aanvraag de juiste gegevens had verschaft.

Daarbij is van belang dat in artikel 119 van de Wvw is bepaald dat uitsluitend in het geval van de in dat artikel opgesomde gronden een nieuw rijbewijs mag worden afgegeven. De inbeslagname van een rijbewijs door de politie kan niet onder een van deze gronden worden gebracht.

De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat de burgemeester was gehouden het rijbewijs van [appellant] ingevolge artikel 124, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wvw ongeldig te verklaren.

In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de burgemeester het rijbewijs voor een deel van de geldigheidsduur ongeldig had moeten verklaren, kan geen grond worden gevonden voor een ander oordeel.

Artikel 124, tweede lid, van de Wvw laat de burgemeester geen beslissingsruimte ten aanzien van de periode dat een rijbewijs ongeldig moet worden verklaard.”

The post Doe geen aangifte vermissing rijbewijs na inname rijbewijs in het buitenland appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/doe-geen-aangifte-vermissing-rijbewijs-na-inname-rijbewijs-in-het-buitenland/feed/ 0
Vordering tot overgifte rijbewijs https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/vordering-tot-overgifte-rijbewijs/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/vordering-tot-overgifte-rijbewijs/#respond Mon, 07 Mar 2022 14:57:50 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=4052 Indien uw rijbewijs door de politie is ingevorderd, maar u op dat moment het rijbewijs niet bij u had, doet de politie een vordering tot overgifte van het rijbewijs. Dit betekent in normaal Nederlands dat de politie u verplicht om het rijbewijs zo spoedig mogelijk alsnog bij hen in te leveren. Het is belangrijk dat […]

The post Vordering tot overgifte rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Indien uw rijbewijs door de politie is ingevorderd, maar u op dat moment het rijbewijs niet bij u had, doet de politie een vordering tot overgifte van het rijbewijs. Dit betekent in normaal Nederlands dat de politie u verplicht om het rijbewijs zo spoedig mogelijk alsnog bij hen in te leveren. Het is belangrijk dat u dat ook echt doet, omdat het niet voldoen aan deze verplichting voor u nadelig zal uitpakken:

  • De 10 dagen termijn gaat later in

Blijkens art. 164 lid 6 WVW 1994 dient de OvJ binnen tien dagen “na de dag van invordering” te beslissen over inhouding van het rijbewijs. Gebeurt dat niet, dan dient hij de teruggave van het rijbewijs te bevelen. Dat roept de vraag op wat moet worden verstaan onder “invordering” in deze bepaling. De regeling van de strafvorderlijke invordering en inhouding van het rijbewijs, thans neergelegd in art 164 WVW 1994, vindt zijn oorsprong in de wet van 15 mei 1991, Stb. 291. Deze regeling is in de nieuwe WVW 1994 nagenoeg onveranderd overgenomen zodat de wetsgeschiedenis van deze voorgaande wettelijke regeling zijn waarde behoudt. In de memorie van toelichting is vermeld dat “van invordering eerst sprake is indien de in artikel 27, eerste lid, bedoelde vordering de houder van het rijbewijs heeft bereikt en het rijbewijs in handen is gekomen van de opsporingsambtenaar, zodat in de praktijk steeds bewezen zal kunnen worden dat de bestuurder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat zijn rijbewijs was ingevorderd.” (Kamerstukken 1987/1988, 20 591, nr. 3, p. 9). Het eerste deel van deze aangehaalde zin heeft de rechtbank Den Bosch ertoe gebracht te beslissen dat er geen sprake is van invordering van het rijbewijs in de zin van art. 27 WVW (thans: art. 164 WVW 1994) indien dat rijbewijs niet feitelijk is overhandigd aan de politie (rechtbank ‘s-Hertogenbosch 22 maart 1992, ECLI:NL:RBSHE:1992:AD1638, NJ 1992/469). De 10 dagen termijn vangt dus pas aan op het moment dat het rijbewijs is ingeleverd.

  • Zolang u het rijbewijs niet hebt ingeleverd, mag u nog steeds geen motorrijtuigen besturen, nu ook voor deze situatie dit strafbaar is gesteld in art.. 9 lid 7 WVW.
  • Het heeft geen zin om een klaagschrift in te dienen, nu u niet-ontvankelijk zult worden verklaard (HR 30 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1792)

The post Vordering tot overgifte rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/vordering-tot-overgifte-rijbewijs/feed/ 0
Nederlands rijbewijs ingevorderd in buitenland? Vraag geen vervangend rijbewijs aan! https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/nederlands-rijbewijs-ingevorderd-buitenland-vraag-geen-vervangend-rijbewijs-aan/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/nederlands-rijbewijs-ingevorderd-buitenland-vraag-geen-vervangend-rijbewijs-aan/#respond Mon, 30 Oct 2017 21:31:58 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=3173 Wanneer uw Nederlands rijbewijs in het buitenland is afgepakt, mag u niet rijden. Ook niet in Nederland. U moet eerst uw rijbewijs in het buitenland zien terug te krijgen. Het is zeer onverstandig en zelfs strafbaar om in Nederland een vervangend rijbewijs aan te vragen. Vervangend Nederlands rijbewijs? Wanneer het ingenomen zijn van het rijbewijs […]

The post Nederlands rijbewijs ingevorderd in buitenland? Vraag geen vervangend rijbewijs aan! appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Wanneer uw Nederlands rijbewijs in het buitenland is afgepakt, mag u niet rijden. Ook niet in Nederland. U moet eerst uw rijbewijs in het buitenland zien terug te krijgen. Het is zeer onverstandig en zelfs strafbaar om in Nederland een vervangend rijbewijs aan te vragen.

Vervangend Nederlands rijbewijs?

Wanneer het ingenomen zijn van het rijbewijs in het buitenland in Nederland nog niet bekend is, bestaat in theorie de mogelijkheid dat aan de betrokken rijbewijshouder een vervangend Nederlands rijbewijs wordt afgegeven. Zodra echter het feit van het ingenomen zijn van het rijbewijs in het buitenland ter kennis van de Nederlandse autoriteiten komt – in de praktijk gebeurt dit veelal doordat de autoriteiten van het betrokken land het daar ingenomen rijbewijs terugzenden naar de Nederlandse autoriteiten – kunnen tegen de betrokken rijbewijshouder maatregelen worden getroffen.

Deze maatregelen kunnen voor betrokkene ernstige gevolgen hebben. Ingevolge artikel 39 van het Reglement rijbewijzen dient bij de aanvraag van een vervangend rijbewijs wegens vermissing of wegens het tenietgaan van het oorspronkelijke rijbewijs, een verklaring te worden overgelegd waarin de omstandigheden waaronder het rijbewijs verloren is geraakt of teniet is gegaan, door de aanvrager dienen te zijn omschreven. Indien achteraf blijkt dat de aanvrager in het kader van de aanvraag van het vervangende rijbewijs onjuiste informatie heeft verschaft, kan in de eerste plaats tegen hem worden opgetreden ter zake van overtreding van artikel 114 van de Wegenverkeerswet 1994 (het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie ter verkrijging van een rijbewijs of een vervangend rijbewijs) c.q. overtreding van artikel 225 van het Wetboek van Stafrecht (valsheid in geschrift). Voorts wordt het vervangende rijbewijs, dat – naar achteraf blijkt – is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste informatie en dat niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest, op grond van artikel 124, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994 ongeldig verklaard. Aangezien het oorspronkelijk aan de houder afgegeven, beweerdelijk vermiste, rijbewijs ingevolge artikel 123, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994 door de afgifte van het vervangende rijbewijs zijn geldigheid heeft verloren, betekent dit voor de betrokkene dat hij in het geheel geen rijbewijs meer heeft.

The post Nederlands rijbewijs ingevorderd in buitenland? Vraag geen vervangend rijbewijs aan! appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/nederlands-rijbewijs-ingevorderd-buitenland-vraag-geen-vervangend-rijbewijs-aan/feed/ 0
Invordering rijbewijs en ontzegging rijbevoegdheid bij buitenlands rijbewijs https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-en-ontzegging-rijbevoegdheid-buitenlands-rijbewijs/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-en-ontzegging-rijbevoegdheid-buitenlands-rijbewijs/#respond Mon, 30 Oct 2017 21:24:28 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=3168 De bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994 betreffende de bevoegdheden tot het vorderen van de overgifte van rijbewijzen, het invorderen van rijbewijzen en het inhouden van rijbewijzen voorzien er expliciet in dat die bevoegdheden ook kunnen worden uitgeoefend ten aanzien van buiten Nederland afgegeven rijbewijzen. Voorts is de mogelijkheid tot het opleggen van een ontzegging van […]

The post Invordering rijbewijs en ontzegging rijbevoegdheid bij buitenlands rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>

De bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994 betreffende de bevoegdheden tot het vorderen van de overgifte van rijbewijzen, het invorderen van rijbewijzen en het inhouden van rijbewijzen voorzien er expliciet in dat die bevoegdheden ook kunnen worden uitgeoefend ten aanzien van buiten Nederland afgegeven rijbewijzen. Voorts is de mogelijkheid tot het opleggen van een ontzegging van de rijbevoegdheid niet beperkt tot houders van Nederlandse rijbewijzen of buiten Nederland afgegeven rijbewijzen: ook aan bestuurders die in het geheel niet in het bezit zijn van een rijbewijs, kan een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd.

Ten aanzien van de mogelijkheid dat de houder van een rijbewijs aan wie een ontzegging wordt opgelegd, wegens verlies onmiddellijk een duplicaat rijbewijs aanvraagt, geldt dat de vordering tot overgifte en de feitelijke invordering van een rijbewijs door de politie als de inhouding van rijbewijzen door het openbaar ministerie en de oplegging van de bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid door de rechter wordt geregistreerd in het Centraal Rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister. Indien de houder van een Nederlands rijbewijs, van wie in Nederland de overgifte van het rijbewijs is gevorderd, wiens rijbewijs in Nederland is ingevorderd of ingehouden, dan wel aan wie in Nederland een ontzegging van de rijbevoegdheid is opgelegd, een vervangend Nederlands rijbewijs aanvraagt, vormen de genoemde, in het register geregistreerde omstandigheden een beletsel voor afgifte van een vervangend rijbewijs.

Houders van een buiten Nederland afgegeven rijbewijs, van wie in Nederland de overgifte van dat rijbewijs is gevorderd, wier rijbewijs in Nederland is ingevorderd of ingehouden, dan wel aan wie in Nederland een ontzegging van de rijbevoegdheid is opgelegd, komen in Nederland uiteraard niet in aanmerking voor een vervangend rijbewijs. In beginsel zouden zij echter, afhankelijk van de wetgeving van het land van herkomst, in het land waar hun rijbewijs is afgegeven, in aanmerking kunnen komen voor een vervangend rijbewijs.
Zowel in Nederland alsook in de andere lidstaten van de Europese Unie geldt met betrekking tot een opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid het territorialiteitsbeginsel: een door een lidstaat opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid geldt uitsluitend voor het grondgebied van de lidstaat waar de ontzegging is opgelegd. De – op artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerde – ontwerp-overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid beoogt te voorkomen dat bestuurders tegen wie in een lidstaat een besluit tot ontzegging van de rijbevoegdheid is genomen, zich aan de gevolgen van de ontzegging kunnen onttrekken wanneer zij de lidstaat waar de ontzegging is opgelegd, verlaten. Daartoe voorziet de overeenkomst erin dat de lidstaat waar het besluit tot ontzegging is genomen, van de opgelegde ontzegging kennis geeft aan de lidstaat waar de persoon tegen wie het besluit tot ontzegging is genomen, zijn gewone verblijfplaats heeft in de zin van artikel 98 van richtlijn 91/439/EEG. De lidstaat van verblijf is verplicht aan het in de staat van overtreding genomen besluit tot ontzegging uitvoering te geven, doch is autonoom waar het gaat om de wijze waarop aan de tenuitvoerlegging in de nationale wetgeving gestalte wordt gegeven.

Waar het bij bedoelde ontwerp-overeenkomst uitsluitend gaat om de tenuitvoerlegging, door de lidstaat van verblijf, van ontzeggingen van de rijbevoegdheid die zijn opgelegd in de lidstaat van overtreding, voorziet artikel 8, vierde lid, van Richtlijn 91/439/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (PbEG L 237) in de bevoegdheid van de lidstaten van de Europese Unie om de afgifte van hun nationale rijbewijs te weigeren aan een aanvrager tegen wie in een andere lidstaat een maatregel inhoudende beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid is getroffen. In de Nederlandse wetgeving inzake rijbewijzen is aan deze in de richtlijn voorziene bevoegdheid thans nog geen uitwerking gegeven. Het ligt echter in de rede dat in het kader van de ter uitvoering van meerbedoelde overeenkomst te treffen wettelijke voorzieningen tevens de in de Wegenverkeerswet 1994 voorziene regeling inzake de afgifte van rijbewijzen in dier voege wordt aangevuld dat geen Nederlands rijbewijs wordt afgegeven aan een aanvrager tegen wie in een andere lidstaat een maatregel inhoudende beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid is getroffen.

Aangezien de in het wetsvoorstel 24 112 voorziene verbeteringen betrekking hebben op de wijze van tenuitvoerlegging van de bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid, zullen zij, indien bedoelde overeenkomst en de ter uitvoering daarvan in de Nederlandse wetgeving te treffen regeling ten aanzien van de tenuitvoerlegging van in andere lidstaten opgelegde ontzeggingen van de rijbevoegdheid van kracht zullen zijn geworden, ook hun doorwerking hebben in de wijze waarop door andere lidstaten van de Europese Unie getroffen besluiten tot het opleggen van ontzegging van de rijbevoegdheid in Nederland zullen worden geëffectueerd. De in wetsvoorstel 24 112 voorziene – procedurele – verbeteringen zijn op de mogelijkheid dat de bestuurder aan wie een ontzegging van de rijbevoegdheid is opgelegd, wegens «vermissing» een vervangend rijbewijs aanvraagt, niet van invloed in die zin dat zij de genoemde mogelijkheid zouden doen toenemen.

The post Invordering rijbewijs en ontzegging rijbevoegdheid bij buitenlands rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-en-ontzegging-rijbevoegdheid-buitenlands-rijbewijs/feed/ 0
Buitenlands rijbewijs mag worden ingevorderd https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/buitenlands-rijbewijs-mag-worden-ingevorderd/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/buitenlands-rijbewijs-mag-worden-ingevorderd/#respond Wed, 13 Sep 2017 21:44:27 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=3159 Een buitenlands rijbewijs mag worden ingevorderd wegens rijden onder invloed, te hard rijden, of gevaarlijk rijgedrag. Dat heeft de Hoge Raad nog eens bevestigd in HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3077. Samengevat overwoog de Hoge Raad dat uit het samenstel van de bepalingen in art. 164 lid 1 – 4 WVW 1994 volgt dat buitenlandse rijbewijzen […]

The post Buitenlands rijbewijs mag worden ingevorderd appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Een buitenlands rijbewijs mag worden ingevorderd wegens rijden onder invloed, te hard rijden, of gevaarlijk rijgedrag. Dat heeft de Hoge Raad nog eens bevestigd in HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3077. Samengevat overwoog de Hoge Raad dat uit het samenstel van de bepalingen in art. 164 lid 1 – 4 WVW 1994 volgt dat buitenlandse rijbewijzen kunnen worden ingevorderd en ingehouden in de gevallen bedoeld in art. 164 lid 2 en 3 WVW 1994. Niet is vereist dat de houder van het rijbewijs in NL woonachtig is. Daaraan doet niet af dat in de gevallen waarin art. 180 lid 4 WVW 1994 toepasselijk is o.g.v. art. 180 lid 8 WVW 1994 de verplichting om het rijbewijs in te leveren niet geldt indien de houder van het buitenlandse rijbewijs niet in NL woonachtig is nu art. 180 lid 4 WVW 1994 alleen van toepassing is indien het rijbewijs ten tijde van de tenuitvoerlegging van de ontzegging van de rijbevoegdheid (nog) niet is ingevorderd dan wel (na invordering) is teruggeven.

Inleveren buitenlands rijbewijs?

Uit art. 180 lid 8 WVW 1994 volgt dat de houder van een andersoortig buitenlands rijbewijs – dus van een niet in Nederland woonachtige onderdaan van een EU-lidstaat – niet de verplichting rust zijn rijbewijs in te leveren, zodra de tegen hem uitgesproken ontzegging van de rijbevoegdheid onherroepelijk is geworden. De in art. 180 WVW beschreven inleverplicht heeft rechtsreeks verband met de door de ontzegging van de rijbevoegdheid ontstane ongeldigheid van het rijbewijs. Het ligt dan in de rede dat het aldus ongeldig geworden rijbewijs, voor zover dat nog in het bezit is van degene aan wie dat rijbewijs is afgegeven en niet al inmiddels is ingevorderd en nog steeds wordt ingehouden, door de houder van het rijbewijs moet worden ingeleverd. Echter, die ongeldigheid betreft alleen het Nederlandse rijbewijs alsmede het daarmee gelijk te stellen rijbewijs van de EU-onderdaan die in Nederland woonachtig is. De bepalingen die betrekking hebben op de koppeling van de inleverplicht aan de tenuitvoerlegging zijn dus niet van toepassing op buitenlandse rijbewijzen, over welker geldigheid de Nederlandse wetgever geen zeggenschap heeft. De OBM wordt dus ‘gewoon’ tenuitvoergelegd, zonder dat daaraan een inleverplicht van het rijbewijs aan is verbonden. Die situatie is overigens niet anders dan in de gevallen waarin een Nederlands rijbewijs al in de voorfase is ingehouden. De inleverplicht van het Nederlandse rijbewijs ontstaat blijkens art. 180 lid 4 WVW 1994 immers ook slechts in de gevallen waarin het rijbewijs niet ingevolge art. 164 WVW 1994 is ingevorderd en niet is teruggegeven. Art. 180 lid 8 schept op dat punt in het geheel niet een bijzondere situatie voor het ingevorderde ‘buitenlandse’ rijbewijs.

The post Buitenlands rijbewijs mag worden ingevorderd appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/buitenlands-rijbewijs-mag-worden-ingevorderd/feed/ 0
Tweede klaagschrift tegen inhouding rijbewijs mogelijk? https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/tweede-klaagschrift-tegen-inhouding-rijbewijs-mogelijk/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/tweede-klaagschrift-tegen-inhouding-rijbewijs-mogelijk/#respond Thu, 06 Oct 2016 09:55:45 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=1947 In beginsel is het niet mogelijk om een tweede klaagschrift in te dienen bij de rechtbank wanneer het rijbewijs door de officier van justitie wordt ingehouden. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat in het algemeen niet meer dan één keer kan worden geklaagd over de inhouding van een rijbewijs als bedoeld in artikel […]

The post Tweede klaagschrift tegen inhouding rijbewijs mogelijk? appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
In beginsel is het niet mogelijk om een tweede klaagschrift in te dienen bij de rechtbank wanneer het rijbewijs door de officier van justitie wordt ingehouden. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat in het algemeen niet meer dan één keer kan worden geklaagd over de inhouding van een rijbewijs als bedoeld in artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994. Slechts door het aanwenden van een hogere voorziening kan de rechterlijke beslissing worden aangetast.

Tweede klaagschrift soms mogelijk

Er geldt echter een uitzondering op dit gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Wanneer er sprake is van nieuwe, bijzondere omstandigheden, die ten tijde van de vorige beslissing niet bekend waren en waarover dus ook niet is beslist, bestaat de mogelijkheid om een tweede klaagschrift in te dienen. Dit volgt uit een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 14 maart 2007, LJN BA0968.
In deze zaak was de eerder uitgebrachte dagvaarding door de Officier van Justitie ingetrokken, waardoor de verdachte nog langer zou moeten wachten op zijn rijbewijs. De rechtbank overwoog daarom:
“Nu klager blijkens het klaagschrift en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting als nieuw argument heeft aangevoerd dat de dagvaarding van klager tegen de zitting van de politierechter in deze rechtbank van 23 februari 2007 is ingetrokken en het voor hem bezwaarlijk is zijn rijbewijs te missen tot de nieuwe zittingsdatum, acht de rechtbank klager ontvankelijk in zijn klaagschrift.
De rechtbank zal uitsluitend het nieuwe argument in haar beoordeling betrekken, omdat het gezag van de eerdere, thans onherroepelijke, beslissing van 17 januari 2007 moet worden gerespecteerd.”

Helaas voor de betrokken bestuurder mocht deze tweede kans hem ook niet baten. Het klaagschrift werd opnieuw ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank wogen zijn belangen bij het terugkrijgen van het rijbewijs niet zwaarder dan het algemeen belang van de verkeersveiligheid. Juist daarom is het belangrijk dat altijd goed wordt gemotiveerd en onderbouwd waarom de betrokkene niet zonder zijn rijbewijs kan.
Opmerkelijk in de uitspraak is dat de rechtbank de inhouding voor 8 maanden accepteerde, terwijl de in de wet genoemde maximale termijn 6 maanden bedraagt. Indien de strafzaak niet voor die tijd op zitting heeft gediend, moet het rijbewijs worden teruggegeven.

Een zaak waarbij het klaagschrift wel gegrond is verklaard is die van de . In deze zaak had de cliënt het onderzoek naar de rijgeschiktheid in het kader van de CBR-procedure met goed gevolg doorlopen. De psychiater achtte hem geschikt en hij kreeg het rijbewijs via het CBR terug. De strafzaak was echter nog niet inhoudelijk behandeld en de inhouding van het rijbewijs liep door. De rechtbank oordeelde dat dit wel een nieuwe omstandigheid opleverde voor de teruggave van het rijbewijs.

The post Tweede klaagschrift tegen inhouding rijbewijs mogelijk? appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/tweede-klaagschrift-tegen-inhouding-rijbewijs-mogelijk/feed/ 0
Invordering rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-hoeft-niet-altijd-te-leiden-tot-ontslag/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-hoeft-niet-altijd-te-leiden-tot-ontslag/#respond Sat, 06 Aug 2016 22:14:05 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=1787 Invordering van het rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag. In een procedure die speelde bij de kantonrechter in Amsterdam, heeft de werknemer ondanks dat hij vanwege rijden onder invloed (tijdelijk) zijn rijbewijs was kwijtgeraakt, een ontslag kunnen voorkomen. De kantonrechter overwoog wel uitdrukkelijk dat dit de laatste kans van de werknemer was en […]

The post Invordering rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Invordering van het rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag. In een procedure die speelde bij de kantonrechter in Amsterdam, heeft de werknemer ondanks dat hij vanwege rijden onder invloed (tijdelijk) zijn rijbewijs was kwijtgeraakt, een ontslag kunnen voorkomen. De kantonrechter overwoog wel uitdrukkelijk dat dit de laatste kans van de werknemer was en hield in het bijzonder rekening met het feit

  • dat het rijden onder invloed buiten werktijd gebeurde
  • dat werknemer op een snorfiets reed en niet in de bedrijfsauto
  • dat de werknemer voor het overige altijd goed heeft gefunctioneerd.

De uitspraak is: Rb Amsterdam, 2 juni 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:3662

Rechtbank: geen ontslag na invordering rijbewijs

De rechtbank overwoog dat de vordering tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst (=ontslag) moest worden afgewezen en overwoog daartoe:

“6. Vast staat dat [verweerder] doordat zijn rijbewijs is ingevorderd en hem door de politierechter vervolgens de rijbevoegdheid is ontzegd, gedurende een bepaalde tijd niet inzetbaar was in zijn eigen functie om werkzaamheden uit te voeren. Door alcohol te nuttigen en vervolgens aan het verkeer deel te nemen heeft [verweerder] een fout gemaakt. Door die fout heeft [verweerder] zijn contractuele plicht tot het uitvoeren van de werkzaamheden niet kunnen nakomen en dit is [verweerder] aan te rekenen.

7. [verzoekster] heeft ter zitting toegelicht hard op te treden tegen medewerkers die hun rijbewijs kwijtraken wegens alcoholgebruik. Bij [verzoekster] werken 200 werknemers die dagelijks naar verschillende opdrachtgevers gaan op verschillende locaties en het is dan ook noodzakelijk dat die werknemers hun rijbewijs behouden. [verzoekster] kan de schade niet dragen die wordt geleden als werknemers hun rijbewijs verliezen. Er ontstaan problemen in de planning en er moeten vervangers worden gezocht. Werknemers rijden bovendien in een bedrijfsauto van [verzoekster]. Als [verzoekster] niet hard optreedt tegen medewerkers die hun rijbewijs verliezen door alcoholgebruik is dat een slecht signaal naar de overige medewerkers. Er mag geen vrijbrief op het gebruik van alcohol in het verkeer ontstaan. Onder verwijzing naar artikel 8 van de gebruikersovereenkomst stelt [verzoekster] dat het voor iedere werknemer duidelijk is dat er hard wordt opgetreden bij alcoholgebruik in het verkeer. Daarnaast heeft [verzoekster] ter zitting gesteld dat [verweerder] heeft bevestigd dat dit de eerste keer is geweest dat hij is aangehouden voor rijden onder invloed, maar dat hij ter zitting heeft erkend dat dit eerder is gebeurd. [verweerder] is dan ook niet eerlijk geweest en het vertrouwen in een vruchtbare samenwerking is er dan ook niet meer.

8. Het belang dat [verzoekster] erbij heeft dat de werknemer zijn rijbewijs behoudt is evident en vast staat dat het feit dat [verweerder] zijn rijbewijs is kwijtgeraakt gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering. Dat die gevolgen echter dusdanig zijn dat van [verzoekster] niet meer kan worden gevergd het dienstverband te laten voortduren is echter niet aannemelijk gemaakt. Daarnaast dient voor de vraag of de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden mee te wegen dat [verweerder] de fout heeft gemaakt in de privésfeer en niet onder werktijd. Voorts reed [verweerder] op dat moment niet met de bedrijfsauto van [verzoekster] maar op een snorfiets, terugkomend van een feestje in de nachtelijke uren. In zoverre bestaat er – los van de gevolgen – geen relatie tussen de gemaakte fout en [verzoekster].

9. [verweerder] heeft de gevolgen van de fout aan den lijve ondervonden. Hij heeft een ongeval gekregen. Zijn rijbewijs is ingevorderd en hij is door de politierechter veroordeeld wegens rijden onder invloed. Gedurende drie jaar hangt [verweerder] een straf van nog zes maanden invordering van het rijbewijs boven het hoofd: [verweerder] is derhalve een gewaarschuwd man. Hij heeft door de fout bovendien een strafblad. Daarnaast heeft [verweerder] vanaf 11 maart 2015 geen loon meer uitbetaald gekregen voor het feit dat hij door zijn toedoen geen arbeid heeft kunnen verrichten. Dat er voor iedere medewerker een vrijbrief zou ontstaan om onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen als de arbeidsovereenkomst niet eindigt overtuigt daarom in onvoldoende mate. Bovendien is ter zitting duidelijk geworden dat [verweerder] het rijbewijs binnen afzienbare tijd terugkrijgt zodat hij zijn werkzaamheden weer kan gaan verrichten.

10. [verweerder] heeft de werkzaamheden bij [verzoekster] voorts altijd naar tevredenheid uitgevoerd en was in opleiding om eerste monteur te worden bij het ROC. Onweersproken is gebleven dat [verweerder] naar tevredenheid aan die opleiding deelnam. Dat [verweerder] na het voorval niet meer op de opleiding is verschenen valt hem niet aan te rekenen. Hij was immers op non actief gesteld en Koelman had hem te kennen gegeven het dienstverband te willen beëindigen.

11. Dat [verweerder] tegenover [verzoekster] heeft gelogen over de recidive – zoals [verzoekster] ter zitting heeft verklaard – is niet voldoende aannemelijk geworden. [verweerder] is wel eerder veroordeeld voor rijden onder invloed, maar op dat moment was hij nog niet werkzaam bij [verzoekster]. Dit legt daarmee onvoldoende gewicht in de schaal voor het oordeel dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen.

12. Alles afwegend komt de kantonrechter tot het oordeel dat het verzoek tot ontbinding moet worden afgewezen. Daarbij wordt opgemerkt dat [verweerder] zich goed moet realiseren dat dit voor hem een laatste kans is.”

The post Invordering rijbewijs hoeft niet altijd te leiden tot ontslag appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/invordering-rijbewijs-hoeft-niet-altijd-te-leiden-tot-ontslag/feed/ 0
Klaagschriftprocedure rijbewijs na instellen hoger beroep https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/klaagschriftprocedure-rijbewijs-na-instellen-hoger-beroep/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/klaagschriftprocedure-rijbewijs-na-instellen-hoger-beroep/#respond Wed, 03 Aug 2016 22:17:11 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=1766 Ook wanneer u het niet eens bent met een door de politierechter opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid kunt u, nadat u hoger beroep hebt ingesteld, via een klaagschriftprocedure proberen om het rijbewijs sneller terug te krijgen. De bevoegde instantie waar het klaagschrift dan moet worden ingediend is het gerechtshof alwaar de zaak in hoger beroep […]

The post Klaagschriftprocedure rijbewijs na instellen hoger beroep appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Ook wanneer u het niet eens bent met een door de politierechter opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid kunt u, nadat u hoger beroep hebt ingesteld, via een klaagschriftprocedure proberen om het rijbewijs sneller terug te krijgen. De bevoegde instantie waar het klaagschrift dan moet worden ingediend is het gerechtshof alwaar de zaak in hoger beroep gaat dienen (Rb Noord-Holland, 22 april 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:3356).

Artikel 164 lid 8 Wegenverkeerswet 1994 geeft de mogelijkheid teruggave van een ingehouden rijbewijs te verzoeken en luidt, voor zover van belang, als volgt:

Zolang in de zaak nog geen vervolging is ingesteld, wordt het klaagschrift ingediend ter griffie van de rechtbank in het arrondissement waar het in het eerste lid bedoelde feit werd begaan, en anders ter griffie van het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de vervolging plaatsvindt of, in geval van verzet tegen een uitgevaardigde strafbeschikking, zou worden voortgezet, dan wel het laatst plaatsvond. Artikel 552a, vierde en zesde lid van het Wetboek van Strafvordering is verder van overeenkomstige toepassing.

Hieruit volgt dat een klaagschrift ex artikel 164 Wegenverkeerwet dient te worden ingediend bij de griffie van het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de vervolging plaatsvindt. Uit de wetgeschiedenis en de daarop voortbouwende jurisprudentie blijkt dat op het moment dat hoger beroep is ingesteld de raadkamer van het hof als enige bevoegd is tot beslissing op een dergelijk klaagschrift, ook al heeft bij dat gerecht nog geen vervolgingsdaad plaatsgevonden (TK, 1989-1990, 20 591, nr. 6, p. 23 en HR 24 oktober 1995, DD 96.082.)

The post Klaagschriftprocedure rijbewijs na instellen hoger beroep appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/klaagschriftprocedure-rijbewijs-na-instellen-hoger-beroep/feed/ 0
Rijbewijs terug | Slechts € 135,00 excl. BTW per uur https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/rijbewijs-terug-advocaat/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/rijbewijs-terug-advocaat/#respond Tue, 24 Nov 2015 08:03:19 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=1494 Wilt u uw rijbewijs terug, zonder een zeer hoog uurtarief te betalen? Wilt u uw rijbewijs terug met bijstand van een gespecialiseerde advocaat? Meld uw zaak dan aan via het aanmeldingsformulier op de website. Onze gespecialiseerde advocaten kunnen uw rijbewijs binnen 2 – 3 weken weer voor u terugkrijgen door hun ervaring, deskundigheid en de snelle […]

The post Rijbewijs terug | Slechts € 135,00 excl. BTW per uur appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Wilt u uw rijbewijs terug, zonder een zeer hoog uurtarief te betalen? Wilt u uw rijbewijs terug met bijstand van een gespecialiseerde advocaat? Meld uw zaak dan aan via het aanmeldingsformulier op de website. Onze gespecialiseerde advocaten kunnen uw rijbewijs binnen 2 – 3 weken weer voor u terugkrijgen door hun ervaring, deskundigheid en de snelle manier van werken.

Rijbewijs terug

Wij kunnen uw rijbewijs snel terug krijgen wanneer deze is ingevorderd wegens:

Bovengrens bij rijden onder invloed

De bovengrens bij rijden onder invloed ligt bij 785 ug/l voor normaal bestuurders en 570 ug/l voor beginnend bestuurders. Het is niet zo dat het daarboven niet lukt om via een klaagschriftprocedure het rijbewijs terug te krijgen, maar boven die grens, zal het CBR de geldigheid van het rijbewijs schorsen totdat u een onderzoek hebt gehad bij de psychiater. Het is erg lastig om hier iets tegen te beginnen. Alleen wanneer u ten onrechte bent aangemerkt als bestuurder of wanneer er fouten zijn gemaakt tijdens het alcoholonderzoek bij de politie, kunt u via een bezwaarschriftprocedure tegen het CBR het rijbewijs terug krijgen.

Recidive en rijbewijs terug

Is er sprake van recidive, dan wordt het moeilijker om het rijbewijs terug te krijgen. Bij rijden onder invloed kijkt justitie tot 5 jaren terug voor de recidivetermijn en bij te hard rijden kijkt men 2 jaren terug. Wanneer u wel eerder bent aangehouden wegens rijden onder invloed of te hard rijden, terwijl dat langer geleden is geweest, hebt u wel een goede kans om het rijbewijs terug te krijgen. Bij 3x recidive voor rijden onder invloed zal de geldigheid van uw rijbewijs door het CBR worden geschorst. In dat geval is het moeilijker om het rijbewijs terug te krijgen.

Kosten advocaat

Hoewel u ook zelf een klaagschrift kunt indienen bij de rechtbank, is dit vaak niet verstandig. U krijgt namelijk slechts eenmaal de kans om via een klaagschriftprocedure uw rijbewijs terug te krijgen. Bovendien loopt u, wanneer u de klaagschriftprocedure zelf gaat voeren, het risico dat u bepaalde verweren niet voert, of dat u uzelf onbewust en onbedoeld belast waardoor u later bepaalde verweren niet meer kunt voeren.

U doet er verstandiger aan om u tijdens de klaagschriftprocedure te laten bijstaan door een gespecialiseerde advocaat. De advocaat zal voor u het volledige strafdossier opvragen en met u bespreken, zodat op basis daarvan de verdedigingsstrategie kan worden bepaald. Indien er fouten zijn gemaakt door de politie of het openbaar ministerie, ziet de advocaat deze onmiddellijk.

Wanneer u uw zaak bij ons aanmeldt, via het daartoe bestemde aanmeldingsformulier, zullen wij u direct doorverwijzen naar een gespecialiseerde advocaat. U profiteert bovendien van een aantrekkelijke korting op het gebruikelijke honorarium van de advocaat, en daarnaast werken onze advocaten ook pro deo.

The post Rijbewijs terug | Slechts € 135,00 excl. BTW per uur appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/rijbewijs-terug-advocaat/feed/ 0
Alcoholslotprogramma vergroot persoonlijk belang bij teruggave van het rijbewijs https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/alcoholslotprogramma-vergroot-persoonlijk-belang-bij-teruggave-van-het-rijbewijs/ https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/alcoholslotprogramma-vergroot-persoonlijk-belang-bij-teruggave-van-het-rijbewijs/#respond Fri, 04 Apr 2014 08:45:22 +0000 https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/?p=1048 Wanneer naast de invordering en inhouding van het rijbewijs via het strafrecht, ook via het bestuursrechtelijke traject door het CBR een alcoholslotprogramma (ASP) is opgelegd, kan vaak al enkel op die grond via een klaagschriftprocedure bij de rechtbank teruggave van het rijbewijs worden bewerkstelligd. Dit volgt onder meer uit een uitspraak van de rechtbank Gelderland […]

The post Alcoholslotprogramma vergroot persoonlijk belang bij teruggave van het rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
Wanneer naast de invordering en inhouding van het rijbewijs via het strafrecht, ook via het bestuursrechtelijke traject door het CBR een alcoholslotprogramma (ASP) is opgelegd, kan vaak al enkel op die grond via een klaagschriftprocedure bij de rechtbank teruggave van het rijbewijs worden bewerkstelligd. Dit volgt onder meer uit een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 maart 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2124.

Is aan u een alcoholslot opgelegd en wilt u daar eindelijk vanaf? Volg nu dit STAPPENPLAN en wij helpen u bij het terugkrijgen van uw rijbewijs.

De rechtbank overwoog in deze zaak het volgende:

“De raadkamer overweegt dat voldaan is aan de eisen die artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 aan een rechtmatige inhouding stelt. Daarnaast heeft de raadkamer een afweging te maken tussen het belang van de verkeersveiligheid enerzijds en het belang van betrokkene anderzijds.
De raadkamer constateert enerzijds dat bij klager een ademalcoholgehalte is gemeten van 710 ugl. Voorts heeft de raadkamer geconstateerd dat klager ‘first offender’is.
In de vereiste belangenafweging betrekt de raadkamer anderzijds de mogelijke gevolgen voor klager van het alcoholslotprogramma, zoals hem opgelegd door het CBR.
De raadkamer overweegt allereerst dat een alcoholslotprogramma een (bestuursrechtelijke) maatregel betreft die slechts de veiligheidsrisico’s in het verkeer kan beperken voor zover het gaat om ‘rijden onder invloed’. Het alcoholslotprogramma biedt echter geen bescherming tegen andere vormen van gedrag waardoor de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht, zoals bedoeld in artikel 164 vierde lid, Wegenverkeerswet 1994.
Een belangrijk gevolg van de alcoholslotmaatregel is dat het rijbewijs ongeldig is verklaard en dat de rijbevoegdheid pas weer herleeft, nadat een alcoholslot in de auto is ingebouwd. Dit is een kostbare en tijdrovende kwestie.
De raadkamer houdt ermee rekening dat klager zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk. Door een langere inhouding van het rijbewijs loopt het traject van het alcoholslotprogramma vertraging op. Hierin schuilt een zwaarwichtig persoonlijk belang van klager bij gegrondverklaring van het klaagschrift.
De raadkamer is dan ook van oordeel dat op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden in het onderhavige geval het privébelang van klager zwaarder weegt dan het belang van de verkeersveiligheid.
Om die reden zal de raadkamer het klaagschrift gegrond verklaren en in afwachting van de inhoudelijke behandeling van de zaak teruggave van het rijbewijs aan klager gelasten.”

Overige uitspraken

Ook in andere uitspraken zien we dat de strafrechter rekening wilt houden met de gevolgen van het alcoholslotprogramma voor een verdachte.

 

  • LJN: BW1512, Rechtbank Zwolle, 27 februari 2012Uit de stukken en hetgeen bij de behandeling in raadkamer naar voren is gebracht blijkt dat
    klaagster ervan wordt verdacht op 18 december 2012 als bestuurster van een motorrijtuig te hebben gereden, terwijl zij verkeerde onder invloed van alcoholhoudende drank (uitslag van onderzoek met ademanalyseapparaat 645 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht),waarbij zij verkeersgevaarlijk rijgedrag heeft vertoond.
    De rechtbank is derhalve van oordeel dat de invordering van het rijbewijs terecht is geschied.
    Het rijbewijs van klaagster is inmiddels door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) ongeldig verklaard in het kader van de bestuursrechtelijke vorderingsprocedure. In dat kader zal klaagster moeten meedoen aan het alcoholslotprogramma (ASP). Dit betekent dat klaagster voorlopig niet, of slechts in een auto met alcoholslot zal mogen rijden. Met deze nieuwe vorderingsprocedure met ASP wordt het recidivegevaar aanzienlijk beperkt.
    De vraag is of náást de bestuursrechtelijke vorderingsprocedure met ASP, de stafrechtelijke invorderingprocedure nog een toegevoegde waarde heeft.
    Ook met de strafrechtelijke invorderingsprocedure is beoogd om het recidivegevaar op de korte termijn tegen te gaan. Daarbij wordt er veronderstellenderwijs van uitgegaan dat de hoogte van het geconstateerde ademalcoholgehalte indicatief is voor het recidivegevaar.
    Echter, nu ten aanzien van klaagster de bestuursrechtelijke vorderingsprocedure is ingezet, is daarmee het recidivegevaar op de korte termijn aanzienlijk beperkt. Het belang van de strafrechtelijke invorderingsprocedure is daarmee komen te vervallen.
    Daarbij overweegt de rechtbank voorts nog, dat de strafrechtelijke invordering van het rijbewijs niet bedoeld kan zijn als een lik-op-stuk-beleid waarbij alvast een voorschot op de te verwachten straf wordt opgelegd. Dat de termijn van de invordering van het rijbewijs later wordt afgetrokken van de periode van de onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegd¬heid, maakt dat dit in de praktijk veelal wel als een voorschot op de straf wordt gezien en gevoeld. Maar het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de regeling. Het zou indruisen tegen één van de belang¬rijkste beginselen in het strafrechtelijk systeem, dat een straf eerst wordt tenuitvoergelegd nadat iemand onherroepelijk is veroordeeld.
    Op grond van het voorgaande overweegt dat de rechtbank dat, gegeven het feit dat de bestuursrechtelijke vorderingsprocedure met ASP is ingezet, het recidivegevaar zodanig is geweken, dat op dit moment het belang van klaagster zwaarder dient te wegen dan het belang bij het langer ingevorderd houden van het rijbewijs. De rechtbank zal het bezwaarschrift daarom gegrond verklaren.
  • Gerechtshof Amsterdam, 3 februari 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:149
    Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman verzocht de verdachte een geheel voorwaardelijke geldboete op te leggen. Ter onderbouwing stelt hij dat de verdachte veel kosten moet maken, omdat zij een alcoholslotprogramma bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) moet volgen. Volgens de raadsman is het CBR op grond van artikel 132b jo 131, eerste lid, onder b, jo 130 eerste lid Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011, gezien het promillagegehalte dat bij de verdachte is gemeten, verplicht om de verdachte een alcoholslotprogramma op te leggen, waardoor dit onoverkomelijk is. Los van het feit dat de verdachte verplicht is om een auto op haar naam te hebben en een alcoholslot daarin te laten monteren, indien zij haar rijbewijs terug wil krijgen, zorgt het volgen van het alcoholslotprogramma ervoor dat de verdachte gedurende een langere periode veel kosten moet maken, waardoor het opleggen van een onvoorwaardelijke geldboete onredelijk zwaar zou zijn. Er bestaat van de zijde van de verdediging geen bezwaar tegen het opleggen van een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 8 maanden naast de op te leggen hoofdstraf.
    Het hof is met de raadsman van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke geldboete gezien de omstandigheden van het onderhavige geval en gezien de financiële consequenties die het feit met zich meebrengt ten gevolge van de bestuurlijke maatregel, onredelijk zou zijn. Het hof zal, alles afwegende, volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke geldboete en daarnaast als bijkomende straf een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 8 maanden opleggen.
  • Rb Den Haag, 16 oktober 2013, 96/44269-13, NbSr 2013.361
    Ongeldig verklaring van het rijbewijs gedurende vijf jaren omdat verdachte kosten alcoholslot niet kan betalen, is reden voor niet-ontvankelijkheid OM, ivm ne bis in idem.
    (Ongeldigverklaring is het gevolg van zwaarwegende onmogelijkheid om aan alcoholslot deel te nemen)

The post Alcoholslotprogramma vergroot persoonlijk belang bij teruggave van het rijbewijs appeared first on Advocaat Verkeersstrafrecht.

]]>
https://www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl/alcoholslotprogramma-vergroot-persoonlijk-belang-bij-teruggave-van-het-rijbewijs/feed/ 0