{"id":3151,"date":"2017-08-28T20:18:13","date_gmt":"2017-08-28T19:18:13","guid":{"rendered":"https:\/\/www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl\/?p=3151"},"modified":"2017-08-28T20:18:13","modified_gmt":"2017-08-28T19:18:13","slug":"vrijspraak-ongeluk-rijden-invloed-alcohol","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.advocaat-verkeersstrafrecht.nl\/vrijspraak-ongeluk-rijden-invloed-alcohol\/","title":{"rendered":"Vrijspraak voor ongeluk na rijden onder invloed van alcohol"},"content":{"rendered":"
Het veroorzaken van een ongeluk, waarbij ook nog eens alcohol in het spel is, leidt vaak tot een bewezenverklaring van artikel 6 WVW, het veroorzaken van een ongeluk door schuld. Maar niet altijd kan er een verband worden aangetoond tussen het rijden onder invloed en het ongeluk. Dan dient vrijspraak te volgen, zoals ook het geval was in Rechtbank Zeeland West-Brabant, 10 augustus 2017,\u00a0ECLI:NL:RBZWB:2017:5016.<\/p>\n
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte van het ongeval een verwijt kan worden gemaakt in de zin van artikel\u00a06<\/span>\u00a0van de Wegenverkeerswet, dus of er op zijn minst genomen sprake is van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid en\/of onoplettendheid, komt het aan op het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Daarvoor zijn verschillende factoren van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding(en) en de omstandigheden waaronder die overtreding(en) is\/zijn begaan. Daarbij kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag dat in strijd is met een of meer wettelijke gedragsregels worden afgeleid dat er sprake is van\u00a0schuld<\/span>\u00a0in vorenbedoelde zin.<\/p>\n<\/div>\n Bij de beoordeling van die vraag gaat de rechtbank uit van de volgende omstandigheden die volgen uit het dossier, in het bijzonder het proces-verbaal verkeersongevalsanalyse van 16 november 2012:<\/p>\n<\/div>\n Uit de verklaring van [naam echtgenoot] volgt dat de hond voor hen op de weg liep, dat deze zich bij het zien van de auto omdraaide en naar hen kwam toegelopen en dat de hond daarbij midden op de weg liep.<\/p>\n<\/div>\n Tevens is gebleken dat verdachte ten tijde van de aanrijding onder invloed van alcohol verkeerde. Verdachte heeft dit ook bekend. De bij verdachte gemeten waarde betrof 785 microgram alcohol per uitgeademde liter lucht, meer dan driemaal de toegestane hoeveelheid.<\/p>\n<\/div>\n Op grond van het voorgaande en bij gebreke aan andersluidende informatie gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte met voor ter plaatse geldende gepaste snelheid over de rijbaan heeft gereden, terwijl hij de dimlichten van zijn auto aan had staan. Het is de rechtbank niet gebleken dat er zich een omstandigheid heeft voorgedaan waarop verdachte zijn rijgedrag had moeten aanpassen ofwel had moeten anticiperen op een bijzondere verkeerssituatie. De rechtbank overweegt voorts dat bij een snelheid van 54 kilometer per uur (15 meter per seconde) en bij een reactietijd van 1,11 seconde, er gedurende de reactietijd 16,65 meter wordt afgelegd. Bij een reactietijd van 1,62 seconde bedraagt die afstand 24,3 meter. Gelet op de afstand van 26 meter, waarbinnen de voetgangers in het schijnsel van het dimlicht (deels) zichtbaar waren, betekent dit dat ook een nuchtere, alerte bestuurder de voetgangers al zeer dicht is genaderd, voordat hij kan reageren. Onder deze omstandigheden is tijdig remmen \u2013 mede gezien de remweg van tenminste 10,10 meter \u2013 ook voor een nuchtere en alerte bestuurder naar het oordeel van de rechtbank vrijwel onmogelijk. De vraag is vervolgens of verdachte het ongeval had kunnen voorkomen door tijdig uit te wijken. Nog daargelaten dat de voetgangers pas op een laat moment voor verdachte zichtbaar waren en de weg ter plaatste smal was en aan weerszijde omzoomd door eikenbomen, liep er ook nog een hond midden op de weg. Deze hond liep voor de voetgangers uit. Verdachte kon de hond niet meer ontwijken en na deze aanrijding is bijna onmiddellijk de aanrijding met de voetgangers ontstaan. Aan het remspoor is te zien dat verdachte na de aanrijding met de hond nog is uitgeweken naar links, maar dat mocht niet meer baten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat ook een nuchtere en alerte bestuurder de voetgangers onder deze omstandigheden niet tijdig had kunnen ontwijken.<\/p>\n<\/div>\n Met betrekking tot de vraag wat de invloed is geweest van het alcoholgebruik door verdachte op het rijgedrag overweegt de rechtbank het volgende. Vaststaat dat verdachte met meer dan het wettelijk toegestane alcoholgehalte zijn auto heeft bestuurd. Uit informatie van het NFI volgt dat het gebruik van ethanol (alcohol) leidt tot een verlenging van de reactietijd van de bestuurder van een auto. Wat deze toename van de reactietijd is bij een concentratie ethanol zoals bij verdachte is gemeten, heeft het NFI niet kunnen vaststellen.<\/p>\n<\/div>\n Volgens vaste jurisprudentie is echter de enkele vaststelling van het gebruik van alcohol doorgaans onvoldoende voor het oordeel dat sprake is van\u00a0schuld<\/span>\u00a0in de zin van artikel\u00a06<\/span>\u00a0van de Wegenverkeerswet 1994. Nu voor het overige niet kan worden vastgesteld dat verdachte als verkeersdeelnemer tekort is geschoten en het waarschijnlijk is te achten dat een bestuurder die niet onder de invloed was van alcohol de aanrijding ook niet had kunnen voorkomen, is het enkele alcoholgebruik van verdachte onvoldoende om te kunnen komen tot de vaststelling dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig dan wel aanmerkelijk onoplettend heeft gehandeld in de zin van artikel\u00a06<\/span>\u00a0van de Wegenverkeerswet.<\/p>\n<\/div>\n Alle feiten en omstandigheden overziend is de rechtbank van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vastgesteld kan worden dat sprake is van een betreurenswaardig ongeval dat veel verdriet heeft veroorzaakt bij de nabestaanden van [slachtoffer] , maar dat niet wettig en overtuigend is komen vast te staan dat het verkeersongeval ten gevolge waarvan [slachtoffer] is komen te overlijden aan verdachtes\u00a0schuld<\/span>\u00a0te wijten is in de zin van artikel\u00a06<\/span>\u00a0van de Wegenverkeerswet, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.<\/p>\n<\/div>\n Weliswaar leidt het onder invloed van alcohol besturen van een auto in algemene zin tot verkeersonveilige situaties, maar onder de gegeven omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat het rijgedrag als zodanig in dit concrete geval gevaarzettend of hinder veroorzakend is geweest. Verdachte zal derhalve ook worden vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet.<\/p>\nFeiten en omstandigheden ongeluk<\/h3>\n
\n
Ongeluk zou ook gebeurd zijn als verdachte niet onder invloed van alcohol zou zijn geweest<\/h3>\n